Tweetalige printerversie Eentalige printerversie

Schriftelijke vraag nr. 4-2601

van André Van Nieuwkerke (sp.a) d.d. 12 januari 2009

aan de minister van Maatschappelijke Integratie, Pensioenen en Grote Steden

Verpleegkundigen - Diplomabonificatie bij de berekening van het overheidspensioen - Discriminatie

verplegend personeel
pensioenregeling
beroepsloopbaan
diploma
gelijke behandeling

Chronologie

12/1/2009Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
9/3/2009Antwoord

Herindiening van : schriftelijke vraag 4-1067

Vraag nr. 4-2601 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het gaat om A1- en A2-verpleegkundigen.

Momenteel wordt een diplomabonificatie enkel toegekend bij diploma’s die gerangschikt zijn in de categorie van het hoger onderwijs met volledig leerplan en met een studieduur gelijk aan of hoger dan twee jaar: universitair en niet-universitair hoger onderwijs, hoger technisch, zeevaart- of kunstonderwijs. Ook de diploma’s die voor 1 januari 1970 onder dit onderwijsniveau vielen maar geen hoger onderwijs met volledig leerplan inhielden, krijgen die bonificatie.

Met andere woorden, voor een A1-verpleegkundige telt een bonus van drie jaar mee bij het berekenen van het pensioen. Inderdaad, na de middelbare studies kan een verpleegkundige niet onmiddellijk over inkomen beschikken, aangezien er nog drie jaar gestudeerd moet worden om het diploma te behalen.

Een A2-verpleegkundige krijgt deze bonus niet. Nochtans kunnen deze studies pas aangevat worden vanaf 18 jaar. Wat het eigenlijke werkt betreft, is er ook weinig verschil. Wel kan een A2-verpleegkundige nooit bevorderd worden en evenveel verdienen als een A1-verpleegkundige.

A2-verpleegkundigen zijn broodnodig. Aan de andere kant worden zij voortdurend gediscrimineerd.

Vermits de toelatingsvoorwaarden en de duur van de studies die nodig zijn voor het behalen van een A2 diploma in de verpleegkunde het onmogelijk maken voor de leeftijd van 21 jaar in dienst te treden, is een diplomabonificatie dan ook niet de logica zelve?

Antwoord ontvangen op 9 maart 2009 :

In de huidige stand van de wetgeving kunnen alleen de diploma's van het universitair onderwijs, van het niet-universitair hoger onderwijs en van het hoger technisch, zeevaart- of kunstonderwijs met volledig leerplan, onder bepaalde voorwaarden, aanleiding geven tot het toekennen van een diplomabonificatie bij de berekening van een pensioen van de openbare sector. Bij wijze van overgangsmaatregel kunnen de diploma's van het dagonderwijs die op het ogenblik waarop ze werden behaald nog niet tot het hoger onderwijs behoorden, onder bepaalde voorwaarden, toch recht verlenen op een « beperkte » tijdsbonificatie, wanneer deze diploma's sedert 1 januari 1970 wel tot het niveau van het hoger onderwijs behoren.

Het A2 diploma in de verpleegkunde kan behaald worden na een opleiding van de vierde graad beroepsonderwijs. Aangezien deze opleiding niet tot het hoger onderwijs behoort, kan voor het eraan verbonden diploma geen tijdsbonificatie worden toegekend op grond van de thans vigerende wettelijke bepalingen. Enkel een wijziging van de bestaande wetgeving, op het niveau van de organisatie van het onderwijs, kan een wijziging aanbrengen aan deze situatie.