SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
18 janvier 2018 18 januari 2018
________________
Question écrite n° 6-1747 Schriftelijke vraag nr. 6-1747

de Christie Morreale (PS)

van Christie Morreale (PS)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Violences sexistes dans l'espace public - Plaintes - Nombre - Harcèlement sexuel au travail - Définition - Liste exhaustive de griefs éventuelle - Mécanismes préventifs - Dépôt de plainte - Protection juridique contre le licenciement Seksistisch geweld op openbare plaatsen - Klachten - Aantal - Ongewenst seksueel gedrag op het werk - Definitie - Eventuele volledige lijst van klachten - Preventieorganen - Indiening van een klacht - Juridische bescherming tegen ontslag 
________________
violence sexuelle
harcèlement sexuel
discrimination sexuelle
Banque de données nationale générale (Police)
relation du travail
équipement collectif
seksueel geweld
ongewenste intimiteiten
discriminatie op grond van geslacht
Algemene Nationale Gegevensbank (Politie)
arbeidsbetrekking
gemeenschapsvoorzieningen
________ ________
18/1/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/2/2018)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
18/1/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 22/2/2018)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2249 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2249
________ ________
Question n° 6-1747 du 18 janvier 2018 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1747 d.d. 18 januari 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

L'affaire Weinstein et les remous qu'elle provoque ont mis en évidence une méfiance de nombreuses victimes à l'égard des organismes destinés à accueillir leurs plaintes ainsi que le manque de connaissance des mécanismes juridiques permettant d'obtenir réparation pour le préjudice subi.

Selon une grande étude menée en 2014 par l'Agence des droits fondamentaux de l'Union européenne sur la violence à l'égard des femmes, 60 % des Belges assurent avoir été victimes d'une quelconque forme de harcèlement sexuel depuis l'âge de quinze ans. Par ailleurs, et comme le démontrent ces statistiques issues du dernier rapport de la police fédérale (2016) : les violences sexuelles (de tout type) sont aussi exercées dans les transports publics (365 plaintes), en rue (359) ou dans les autres lieux publics (243).

La banque de données générale nationale (BNG) de la police a enregistré en 2015 plus de trois mille faits de viol. Pourtant, selon Amnesty International et l'association sans but lucratif (ASBL) SOS Viol, seules 16 % des victimes de violences sexuelles graves s'adressent aux autorités.

L'ensemble de ces questions relève de la compétence du Sénat dans la mesure où elles concernent une matière fédérale qui a une influence sur les compétences des entités fédérées en matière d'égalité des chances, de droit des femmes, etc.

1) L'arsenal législatif développé par la Belgique est conséquent. Pourtant, dans les faits, il semblerait que les plaintes relatives aux violences sexistes soient très peu nombreuses. Pouvez-vous nous indiquer le nombre de plaintes recensées par les services judiciaires pour sexisme dans l'espace public ?

2) Certaines associations déplorent un manque de clarté quant à la définition du harcèlement. En effet, la loi du 28 février 2014 complétant la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail quant à la prévention des risques psychosociaux au travail dont, notamment, la violence et le harcèlement moral ou sexuel au travail – qui définit le harcèlement sexuel au travail – reste interprétative et ne donne pas de liste exhaustive des dérapages pouvant être sanctionnés. Pourtant, une étude française (Ifop, 2014) reprend les principaux griefs dénoncés par les victimes : attouchements au niveau d'une zone sexuelle ou proche, remarques à connotation sexuelle, avances répétitives, commentaires grossiers, usage de matériel pornographique, regards insistants, invitations pressantes ou gênantes, harcèlement téléphonique ou encore exhibitionnisme. L'Agence des droits fondamentaux de l'Union européenne va plus loin en incluant l'accolade ou le baiser indésirable, les commentaires intrusifs sur l'apparence physique ou encore l'envoi de cadeaux, de textos ou de courriels sexuellement explicites. Dans tous les cas de figure, il s'agit d'une situation où une personne livre des propos ou impose des pratiques à caractère sexuel à une autre personne non consentante.

Considérez-vous que l'établissement d'une liste des griefs pourrait aider les personnes à porter plainte ? Des mécanismes préventifs sont-ils prévus dans les entreprises privées et publiques ? Existe-t-il une protection juridique contre le licenciement lorsqu'une plainte pour harcèlement au travail est déposée ?

3) Enfin, deux ans après l'adoption du Plan national d'action contre les violences basées sur le genre, quels sont les premiers constats sur les politiques menées au niveau judiciaire ?

 

Door de Weinsteinaffaire en de deining die daardoor is ontstaan, is het duidelijk geworden dat veel slachtoffers wantrouwen koesteren ten aanzien van de instellingen die hun klachten moeten behandelen en dat de juridische instrumenten om een schadeloosstelling te verkrijgen, onvoldoende gekend zijn.

Volgens een uitgebreide studie van 2014 van het Agentschap voor de fundamentele rechten van de Europese Unie over geweld ten aanzien van vrouwen zeggen 60% van de Belgen sinds hun vijftiende het slachtoffer geweest te zijn van een of andere vorm van seksuele intimidatie. Voorts blijkt uit de statistieken van het laatste verslag van de federale politie (2016) dat seksueel geweld (van alle aard) ook op het openbaar vervoer (365 klachten), op straat (359) of op andere openbare plaatsen (243) wordt gepleegd.

De Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) van de politie heeft in 2015 meer dan drieduizend gevallen van verkrachting opgetekend. Volgens Amnesty International en de vzw SOS VIOL wenden zich nochtans slechts 16 % van de slachtoffers van ernstig seksueel geweld tot de overheidsinstanties.

Deze vragen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat, aangezien ze een federale materie betreffen die een invloed heeft op de bevoegdheid van de deelstaten op het gebied van gelijke kansen, vrouwenrechten, enzovoort.

1) Het wetgevingsarsenaal dat België heeft ontwikkeld, is uitgebreid. Nochtans blijkt het aantal klachten in verband met seksistisch geweld zeer gering. Kunt u ons meedelen hoeveel klachten voor seksisme op openbare plaatsen door de juridische diensten werden opgetekend?

2) Sommige verenigingen betreuren dat de definitie van ongewenst seksueel gedrag niet duidelijk genoeg is. De wet van 28 februari 2014 tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk - die ongewenst seksueel gedrag op het werk definieert - blijft immers interpretatief en geeft geen volledige lijst van strafbaar ongewenst gedrag. Nochtans somt een Franse studie (Ifop, 2014) de belangrijkste klachten van de slachtoffers op: aanrakingen van of dichtbij een seksuele zone, seksueel getinte opmerkingen, herhaaldelijke avances, grove commentaar, gebruik van pornografisch materiaal, indringende blikken, opdringerige of onbescheiden uitnodigingen, stalking via de telefoon of exhibitionisme. Het Agentschap voor de fundamentele rechten van de Europese Unie gaat verder en voegt daar ook ongewenste omhelzingen, kussen, opdringerige commentaren over het uiterlijk, het sturen van cadaus of van expliciete seksueel getinte sms'en of mails bij. In elk geval gaat het om een situatie waar een persoon uitlatingen of handelingen met een seksueel karakter opdringt aan een andere persoon die daar niet mee instemt.

Bent u van mening dat het opstellen van een lijst van klachten mensen zou kunnen helpen om een klacht in te dienen? Bestaan er preventieorganen in de privé- en overheidsbedrijven? Bestaat er een juridische bescherming tegen ontslag als een klacht voor ongewenst seksueel gedrag wordt ingediend?

3) Tot slot, wat zijn de eerste vaststellingen op het vlak van het gevoerde juridische beleid twee jaar na de goedkeuring van het Nationaal Actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld?