SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
13 décembre 2017 13 december 2017
________________
Question écrite n° 6-1705 Schriftelijke vraag nr. 6-1705

de Rik Daems (Open Vld)

van Rik Daems (Open Vld)

à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
________________
Green bonds (obligations vertes) - Exemples de l'étranger - Transition énergétique - Financement - Parcs éoliens en mer du Nord Green bonds - Voorbeelden uit het buitenland - Energietransitie - Financiering - Windparken op de Noordzee 
________________
obligation financière
émission de valeurs
marché financier
développement durable
label écologique
emprunt public
énergie éolienne
énergie douce
politique en matière de changement climatique
obligatie
uitgifte van effecten
geldmarkt
duurzame ontwikkeling
milieukeurmerk
overheidslening
windenergie
zachte energie
beleid inzake klimaatverandering
________ ________
13/12/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/1/2018)
11/1/2018Antwoord
13/12/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/1/2018)
11/1/2018Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1704
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1706
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1704
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1706
________ ________
Question n° 6-1705 du 13 décembre 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1705 d.d. 13 december 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Au cours de ces trois dernières années, le marché des obligations vertes a été multiplié par douze. Alors qu'il représentait environ 8 milliards d'euros au total voici trois ans, il atteint déjà plus de 100 milliards d'euros aujourd'hui. Un « green bond » est une obligation destinée au financement de projets durables, par exemple, des prêts investis dans l'immobilier durable ou dans des transports publics plus durables. Cela fonctionne comme suit : un investisseur institutionnel, par exemple un fonds de pension, achète un « titre de créance » à une banque ou à une entreprise. L'emprunt sert à financer des projets durables et il est assorti d'un taux d'intérêt fixe. En achetant ces obligations vertes, les investisseurs institutionnels savent exactement quel en sera l'impact durable. Un troisième intervenant contrôle si l'argent est utilisé de manière transparente.

On s'attend à ce que cette catégorie d'investissement augmente énormément dans les années à venir. La plupart des obligations sont émises par des banques de développement, comme la Banque européenne d'investissement, et des entreprises. Plusieurs pays préparent également l'émission d'obligations vertes, mais l'annonce d'une obligation verte belge se fait encore attendre alors que les obligations vertes offrent à l'État belge, ainsi qu'aux entités fédérées, une excellente occasion de concilier responsabilité sociale et investissement dans des projets innovants. Fin 2016, la Pologne a été le premier pays à émettre une obligation d'État verte. Celle-ci satisfait aux « Green Bond Principles » qui explicitent préalablement les projets éligibles. Par la suite, l'impact fait l'objet de rapports. Après la Pologne, la France a aussi émis une obligation d'État verte. Cette émission a obtenu un grand succès et a rapporté sept milliards d'euros. L'émission de ces obligations vertes par Paris doit assurer un suivi clair des accords de Paris sur le climat.

Caractère transversal de cette question : le changement climatique est une matière transversale et va au-delà de l'environnement à lui seul. Le thème est intégré dans la politique relative aux transports, à la fiscalité, à l'énergie, etc. Il en résulte des chevauchements de responsabilités entre les différents niveaux de pouvoir. Cette répartition complexe exige des structures assurant une bonne coordination entre les différentes autorités concernées. Les Régions sont compétentes en matière d'environnement et d'énergie. Tant les Régions que l'autorité fédérale sont compétentes pour le marché belge de l'électricité et du gaz. L'autorité fédérale est compétente pour la production et la transmission de l'énergie. La CREG intervient en tant que régulateur. L'exécution de l'accord sur le climat nécessitera de nombreux moyens et les obligations vertes s'inscrivent dans ce cadre.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes :

1) Quelle est votre position par rapport aux obligations vertes et pensez-vous également que celles-ci pourraient être un élément important dans le financement de la transition énergétique et ce, entre autres, à la lumière des engagements que nous avons pris dans le cadre de la « Conférence sur le climat – COP 21 » ?

2) Êtes-vous prêt, en concertation avec les Régions, à émettre un green bond, ou obligation verte, comme l'ont fait la France, le Luxembourg et la Pologne ? Avez-vous déjà entrepris des démarches, ou comptez-vous en entreprendre ? Pouvez-vous préciser concrètement le contenu, les montants, les projets et le calendrier ? Dans la négative, pourquoi ?

3) L'émission d'obligations vertes est en plein développement et notre secteur financier peut peut-être développer lui aussi une niche dans ce domaine. Moyennant des incitants fiscaux, cela peut également convaincre les citoyens de consacrer une partie de leur épargne à l'économie durable. Vous êtes-vous déjà concerté à ce sujet avec le secteur financier et ses fédérations ainsi qu'avec les diverses organisations impliquées concrètement dans l'économie durable ? Dans la négative, pourquoi ? Dans l'affirmative, pouvez-vous fournir des explications détaillées ?

4) Les obligations vertes peuvent-elles jouer un rôle dans le financement des parcs éoliens en mer du Nord ? Pouvez-vous développer votre réponse ?

 

De afgelopen drie jaar is de markt van groene obligaties vertwaalfvoudigd. Waar die drie jaar geleden in totaal zo'n 8 miljard euro waard was, is deze inmiddels al meer dan 100 miljard euro waard. Een « green bond » is een obligatie waarmee beleggers investeren in duurzame projecten, bijvoorbeeld in leningen voor duurzaam vastgoed of voor de verduurzaming van het openbaar vervoer. Het werkt zo : een institutionele belegger, bijvoorbeeld een pensioenfonds, koopt een « schuldbewijs » van een bank of een bedrijf. De lening dient als financiering voor duurzame projecten en er wordt een vaste rente voor vergoed. Door een dergelijke groene obligatie te kopen, weten institutionele beleggers precies welke duurzame impact er wordt gemaakt. Een derde partij controleert of de besteding van het bedrag op een transparante manier gebeurt.

De verwachting is dat deze beleggingscategorie de komende jaren zeer sterk zal groeien. Het merendeel van de obligaties wordt uitgegeven door ontwikkelingsbanken, zoals de Europese Investeringsbank, en ondernemingen. Verschillende landen bereiden eveneens de uitgifte van green bonds voor, maar de aankondiging van een Belgische groene staatsobligatie laat tot nu toe nog op zich wachten, terwijl green bonds de Belgische staat alsook de deelstaten toch een prachtige kans bieden om maatschappelijke verantwoordelijkheid te combineren met investeringen in innovatieve projecten. Polen had eind 2016 de primeur met de uitgifte van een groen staatspapier. Het voldoet aan de zogenaamde « Green Bond Principles », waarmee vooraf duidelijkheid wordt gegeven over geschikte projecten. Achteraf wordt gerapporteerd over de impact. Na de emissie van Polen heeft ook Frankrijk een groene staatsobligatie op de markt gebracht. Deze uitgifte was een groot succes en bracht zeven miljard euro op. De uitgifte van deze green bonds door Parijs moet een duidelijke opvolging geven aan het klimaatakkoord van Parijs.

Transversaal karakter van deze vraag : de klimaatverandering is een transversaal onderwerp en gaat over meer dan alleen het milieu. Het thema is geïntegreerd in het beleid met betrekking tot transport, fiscaliteit, energie, enz. Dat resulteert in overlappende verantwoordelijkheden tussen de verschillende beleidsniveaus. Die complexe verdeling vereist structuren voor een goede coördinatie tussen de verschillende betrokken autoriteiten. De gewesten zijn bevoegd voor leefmilieu en energie. Zowel de gewesten als de federale overheid zijn bevoegd voor de Belgische elektriciteits-en aardgasmarkt. De federale overheid is bevoegd voor de productie en transmissie van energie. De CREG treedt op als regulator. De uitvoering van het klimaatakkoord zal veel middelen vergen en hierbinnen passen de green bonds.

Ik had dan ook volgende vragen :

1) Wat is uw houding ten opzichte van de green bonds en bent u het ermee eens dat zij een belangrijk element kunnen vormen in de financiering van de energietransitie, en dit onder meer in het licht van de verplichtingen die we hebben aangegaan naar aanleiding van de « Klimaatconferentie COP21 » ?

2) Bent u bereid om in samenspraak met de gewesten werk te maken van de uitgifte van een green bond of groene obligatie naar het voorbeeld van Frankrijk, Luxemburg en Polen ? Hebt u reeds stappen ondernomen of zult u die ondernemen ? Kunt u zeer concreet de inhoud, de bedragen, de projecten en de timing toelichten ? Zo neen, waarom niet ?

3) De uitgifte van green bonds is in volle ontwikkeling en ook onze financiële sector kan hier mogelijks een niche uitbouwen. Mits fiscale stimuli kan dit ook de burger overtuigen om een deel van zijn spaargeld aan te wenden voor de duurzame economie. Hebt u hieromtrent reeds met de financiële sector en hun federaties samengezeten alsook met de diverse organisaties die zich concreet inzetten rond de duurzame economie ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, kunt u dit uitvoerig toelichten ?

4) Kunnen de zogenaamde green bonds een rol spelen in de financiering van de windparken op de Noordzee ? Kunt u dit meer toelichten ?

 
Réponse reçue le 11 janvier 2018 : Antwoord ontvangen op 11 januari 2018 :

1) En vertu de l’article 2, c), de l’Accord de Paris, fait à Paris le 12 décembre 2015 (dénommé le « Paris Agreement » adopté à la suite de la Conférence de Paris sur le Climat COP21), la Belgique est tenue d’aligner les modes de financement à une transition vers un développement à faible émission de gaz à effet de serre et résilient aux changements climatiques. L’article 2, c), précité est rédigé comme suit :

« Article 2

1. Le présent Accord, en contribuant à la mise en œuvre de la Convention, notamment de son objectif, vise à renforcer la riposte mondiale à la menace des changements climatiques, dans le contexte du développement durable et de la lutte contre la pauvreté, notamment en :

a) […]

b) [...]

c) Rendant les flux financiers compatibles avec un profil d'évolution vers un développement à faible émission de gaz à effet de serre et résilient aux changements climatiques. »

La mise en place d’obligations vertes contribue par son mécanisme ainsi que par les montants en question, à la transformation des marchés financiers en vue d’une mobilisation des capitaux pour la transition énergétique et écologique indispensable.

Ces obligations vertes pourraient également compenser les risques financiers potentiels liés aux investissements nécessaires à la transition vers un mix énergétique plus large et vers une économie plus durable. Suivant l’exemple concluant de l’émission d’obligations vertes par la France et la Pologne, notamment, l’ensemble du gouvernement souhaite contribuer activement au développement d’un marché pour les investissements verts. J’espère que le cadre mis en place pour ce « green OLO » sera utilisé par d’autres pour mobiliser plus de fonds pour la transition.

2) J’ai collaboré activement à la mise en place des critères d’émission des obligations vertes annoncées par le premier ministre Charles Michel à l’occasion du Sommet sur le climat de Paris le 12 décembre 2017, intitulé « One Planet Summit ».

À partir de l’année prochaine, l’État fédéral, via l’Agence fédérale de la dette, émettra pour la première fois une obligation verte (OLO) aussi appelée « green bond ». Ces obligations vertes ont pour objectif de créer un canal de financement pour les futurs « investissements verts » dans le cadre des objectifs climatiques notamment. Les green bonds auront un volume initial minimal de 3 à 5 milliards d’euros pour des projets « verts » relevant des compétences du gouvernement fédéral suivantes : l’efficacité énergétique des bâtiments publics, la politique d’investissement dans les chemins de fer et l’énergie éolienne offshore.

Les entités fédérées seront informées des modalités techniques de l’initiative fédérale afin qu’elles puissent à leur tour développer un outil financier similaire.

Sur cette base, nous allons analyser les possibilités de pouvoir coordonner au mieux une politique d’émission au niveau belge.

Les nouveaux projets identifiés dans le cadre du Pacte pour les investissements stratégiques qui seront « green » − principalement dans les domaines de la mobilité et de l’énergie – pourront faire l’objet d’un financement par ces instruments. C’est en tous cas l’objectif au niveau fédéral.

Les montants de ces nouveaux projets seront connus lors de la finalisation de la liste interfédérale au cours de l’année 2018.

3) La Belgique sera en mesure d’émettre les premiers green bonds (ou OLO pour obligation linéaire) qui seront réservés aux acteurs institutionnels (banques, assurances, etc.) à partir du premier trimestre 2018 aux conditions du marché. Les acteurs financiers pourront évidement intégrer ces obligations vertes dans le portefeuille des produits proposé aux épargnants.

4) Je confirme par les présentes que les « green bonds » pourraient jouer un rôle important dans le financement des parcs éoliens en mer du Nord. Je renvoie pour cela à ma réponse aux questions 1) et 2).

1) Krachtens artikel 2, c), van de Overeenkomst van Parijs, gedaan te Parijs op 12 december 2015 (het zogenaamde « Paris Agreement » ingevolge de klimaatconferentie van Parijs COP21), dient België als partij bij deze overeenkomst de financieringswijzen te doen stroken met een transitie naar geringe broeikasgasemissies en klimaatbestendige ontwikkeling. Voornoemd artikel 2, c), luidt immers als volgt :

« Article 2

1. Le présent Accord, en contribuant à la mise en œuvre de la Convention, notamment de son objectif, vise à renforcer la riposte mondiale à la menace des changements climatiques, dans le contexte du développement durable et de la lutte contre la pauvreté, notamment en :

a) […]

b) […]

c) Rendant les flux financiers compatibles avec un profil d'évolution vers un développement à faible émission de gaz à effet de serre et résilient aux changements climatiques. »

De invoering van groene obligaties draagt via haar mechanisme en de bedragen in kwestie bij tot de verandering van de financiële markten met het oog op het beschikbaar maken van kapitaal voor de noodzakelijke energie- en milieutransitie. Dergelijke groene staatsobligaties zouden verder de mogelijke financiële risico’s kunnen opvangen die gerelateerd zijn aan de vereiste investeringen voor de transitie naar een bredere energiemix en naar een meer duurzame economie. Naar aanleiding van het succesvolle voorbeeld van de uitgifte van groene obligaties door onder meer Frankrijk en Polen, wenst de regering als geheel actief bij te dragen aan de ontwikkeling van een markt voor groene beleggingen. Ik hoop dat het kader voor deze « green OLO » door anderen gebruikt zal worden om meer middelen vrij te maken voor de transitie.

2) Ik heb actief meegewerkt aan de implementatie van de criteria voor uitgifte van groene obligaties die de eerste minister Charles Michel ter gelegenheid van de klimaattop in Parijs, « One Planet Summit », op 12 december 2017 aangekondigd heeft.

Vanaf volgend jaar zal de Belgische Staat, via het Federale Agentschap van de schuld, voor het eerst een groene obligatie (OLO) of « green bond » uitgeven. Deze groene obligaties zijn bedoeld om een financieringskanaal te creëren voor de toekomstige « groene investeringen », met name in het kader van de klimaatdoelstellingen. Deze obligaties zullen een minimaal initieel volume hebben van 3 tot 5 miljard euro voor « groene » projecten die onder volgende federale bevoegdheden vallen : energie-efficiëntie van openbare gebouwen, investeringsbeleid voor spoorwegen en offshore windenergie.

De deelstaten zullen op de hoogte worden gebracht van de technische details van het federale initiatief, zodat ze op hun beurt een gelijkaardig financieel instrument kunnen ontwikkelen.

Op basis hiervan zullen we de mogelijkheden analyseren om op Belgisch niveau zo goed mogelijk een emissiebeleid te coördineren.

De nieuwe projecten die in het kader van het Pact aangewezen zijn voor « green » strategische investeringen – met name op het gebied van mobiliteit en energie – zullen in aanmerking komen voor financiering door deze instrumenten. Dat is tenminste de doelstelling op federaal niveau.

De bedragen van deze nieuwe projecten zullen bekend worden wanneer de interfederale lijst in 2018 wordt afgerond.

3) België zal de eerste groene obligaties (of green OLOs), voorbehouden aan institutionele spelers (banken, verzekeringen, enz.), vanaf het eerste kwartaal 2018 tegen de marktvoorwaarden van het ogenblik van uitgifte. Financiële spelers zullen deze groene obligaties uiteraard kunnen integreren in de portefeuille van producten die aan spaarders wordt aangeboden.

4) Ik bevestig hierbij dat zogenaamde « green bonds » een belangrijke rol zouden kunnen spelen in de financiering van de windparken op de Noordzee. Ik verwijs hiervoor naar mijn antwoord op de vragen 1) en 2).