SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
28 septembre 2017 28 september 2017
________________
Question écrite n° 6-1556 Schriftelijke vraag nr. 6-1556

de Peter Van Rompuy (CD&V)

van Peter Van Rompuy (CD&V)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Allocations familiales - Garde alternée - Caisse d'allocations familiales - Demande de redistribution des allocations familiales - Chiffres Kinderbijslag - Situatie van co-ouderschap - Kinderbijslagfonds - Verzoek voor een herverdeling van de kinderbijslag - Cijfers 
________________
enfant
prestation familiale
divorce
personne divorcée
kind
gezinsuitkering
echtscheiding
gescheiden persoon
________ ________
28/9/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/11/2017)
30/11/2017Antwoord
28/9/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 2/11/2017)
30/11/2017Antwoord
________ ________
Question n° 6-1556 du 28 septembre 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1556 d.d. 28 september 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivation du caractère transversal de la question écrite: à la suite du transfert de la compétence des allocations familiales, la présente question est également posée au Sénat.

Dans le système actuel, les prestations familiales ne sont versées qu'à un seul bénéficiaire. En cas de garde alternée, les allocations sont en principe payées à la mère, mais elles seront versées (intégralement) au père chez qui les enfants mineurs sont domiciliés, s'il le demande par écrit à la caisse d'allocations familiales (voir article 69, § 1er, de la loi générale relative aux allocations familiales - LGAF).

Voici mes questions:

1) Combien de demandes de ce type les caisses d'allocations familiales ont-elle reçues jusqu'à présent?

2) Dans ces cas, comment les allocations sont-elles redistribuées (50/50, 30/70, …)? Je souhaiterais un aperçu pour chacune des cinq dernières années.

 

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : omwille van de overgang van de bevoegdheid van kinderbijslag, wordt deze vraag ook in de Senaat gesteld.

In het huidige systeem wordt de kinderbijslag toegekend aan één (wettelijke) bijslagtrekkende. Zo wordt het kindergeld, in de situatie van co-ouderschap, in principe betaald aan de moeder, maar kan de vader via schriftelijk verzoek hiertoe aan het Kinderbijslagfonds, het kindergeld wel (voor 100 %) opeisen voor zijn minderjarige kinderen die bij hem gedomicilieerd zijn (cf. artikel 69, § 1, algemene kinderbijslagwet – AKBW).

Daarom volgende vragen :

1) Hoeveel keer werd reeds een schriftelijk verzoek hiertoe ingediend aan het Kinderbijslagfonds ?

2) Om welke herverdeling van de kinderbijslag gaat het dan (50/50, 30/70, …) ? Graag een overzicht per jaar van de afgelopen vijf jaar.

 
Réponse reçue le 30 novembre 2017 : Antwoord ontvangen op 30 november 2017 :

L’honorable membre trouvera ci-après la réponse à ses questions.

Suite à la sixième réforme de l’État, la compétence en matière de prestations familiales a été transférée le 1er juillet 2014 aux entités fédérées, à savoir la Communauté flamande, la Région wallonne, la Communauté germanophone et la Commission communautaire commune.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

Ten gevolge aan de zesde Staatshervorming, werd op 1 juli 2014 de bevoegdheid aangaande de gezinsbijslag overgedragen aan de deelentiteiten, zijnde de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie.