SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
29 septembre 2016 29 september 2016
________________
Question écrite n° 6-1027 Schriftelijke vraag nr. 6-1027

de Christie Morreale (PS)

van Christie Morreale (PS)

au vice-premier ministre et ministre de l'Emploi, de l'Economie et des Consommateurs, chargé du Commerce extérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Werk, Economie en Consumenten, belast met Buitenlandse Handel
________________
Agriculteurs - Maladies professionnelles - Parkinson - Reconnaissance - Procédure - Enquêtes sanitaires Landbouwers - Beroepsziekten - Parkinson - Erkenning - Procedure - Gezondheidsonderzoeken 
________________
exploitant agricole
pesticide
maladie du système nerveux
maladie professionnelle
landbouwer
verdelgingsmiddel
ziekte van het zenuwstelsel
beroepsziekte
________ ________
29/9/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/11/2016)
1/12/2016Antwoord
29/9/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/11/2016)
1/12/2016Antwoord
________ ________
Question n° 6-1027 du 29 septembre 2016 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1027 d.d. 29 september 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

Il y a plus de quatre ans, la France reconnaissait la maladie de Parkinson comme une maladie professionnelle agricole. En effet, le décret n° 2012-665 du 4 mai 2012 révisant et complétant les tableaux des maladies professionnelles en agriculture annexés au livre VII du Code rural et de la pêche maritime indique que les agriculteurs ou les travailleurs agricoles souffrent d'une maladie professionnelle lorsqu'ils sont exposés habituellement aux pesticides lors de la manipulation ou l'emploi de ces produits, par contact ou par inhalation, par contact avec les cultures, les surfaces, les animaux traités ou lors de l'entretien des machines destinées à l'application des pesticides, et qu'ils ont la maladie de Parkinson.

L'ensemble de ces questions relèvent de la compétence du Sénat dans la mesure où elles concernent une matière fédérale qui a une influence sur les compétences des entités fédérées en matière de santé publique, de bien-être, d'emploi, d'économie, de gestion et de protection de l'environnement, …

1) Qu'en est-il chez nous ? Quelles sont les procédures à entamer pour la reconnaissant d'une maladie professionnelle ?

2) Au vu des connaissances actuelles et de ce que font nos pays voisins, n'est-ce pas là un minimum que de prévoir des enquêtes sanitaires systématiques auprès de nos agriculteurs ?

3) Le service public fédéral (SPF) Emploi étant compétent pour l'établissement de la liste des maladies professionnelles, pouvez-vous m'informer des progrès en la matière ?

 

Meer dan vier jaar geleden heeft Frankrijk de ziekte van Parkinson erkend als beroepsziekte bij landbouwers. Het Franse decreet nr 2012-665 van 4 mei 2012 tot herziening en aanvulling van de tabellen met beroepsziekten in de landbouw, gevoegd bij boek VII van het Franse Veld– en zeevisserijwetboek bepaalt dat landbouwers of werknemers in de landbouw lijden aan een beroepsziekte wanneer ze gewoonlijk aan pesticiden worden blootgesteld tijdens het gebruik van die producten, door contact of door inademing, door contact met de gewassen, de landbouwgrond, de behandelde dieren of tijdens het onderhoud van de machines die voor de aanwending van die pesticiden worden gebruikt, en ze de ziekte van Parkinson hebben.

Die vragen vallen onder de bevoegdheid van de Senaat voor zover ze betrekking hebben op een federale aangelegenheid die invloed heeft op de bevoegdheden van de deelgebieden inzake volksgezondheid, welzijn, werk, economie, bescherming en beheer van het leefmilieu,...

1) Hoe zit dat bij ons? Welke procedures moeten gevolgd worden voor de erkenning van een beroepsziekte?

2) Zouden we, gelet op de stand van de wetenschap en op wat onze buurlanden doen, niet minstens systematisch gezondheidsonderzoeken moeten doen bij onze landbouwers?

3) Aangezien de FOD Werkgelegenheid bevoegd is voor het opstellen van de lijst van beroepsziekten, had ik graag van u vernomen of er in deze aangelegenheid vooruitgang wordt geboekt.

 
Réponse reçue le 1 décembre 2016 : Antwoord ontvangen op 1 december 2016 :

Les première et troisième questions relèvent de la compétence de la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique.

En ce qui concerne la deuxième question, je peux vous fournir la réponse suivante.

La législation en matière de bien-être a essentiellement pour objectif de protéger le bien-être des travailleurs qui travaillent sous l’autorité d’un employeur, et elle ne vise donc pas en tant que telle la protection de l’employeur. Si des agriculteurs occupent d’autres personnes sous leur autorité, ils sont considérés comme étant des employeurs pour l’application de la législation sur le bien-être au travail. Dès lors, les agriculteurs doivent respecter les obligations visées à l’arrêté royal du 11 mars 2002 relatif à la protection de la santé et de la sécurité des travailleurs contre les risques liés à des agents chimiques sur le lieu de travail. Cela implique qu’ils doivent évaluer les risques pour la santé et la sécurité de leurs travailleurs qui découlent de la présence d’agents chimiques sur le lieu de travail, et qu’ils doivent prendre les mesures de prévention nécessaires. En outre, les agriculteurs doivent prendre les mesures nécessaires pour soumettre les travailleurs exposés aux risques liés aux agents chimiques dangereux, à une surveillance de la santé préalable (avant l’occupation), et ensuite à une surveillance de la santé périodique. Cette évaluation de la santé est exécutée par le conseiller en prévention-médecin du travail du service de prévention compétent.

Mon administration est tout à fait consciente des risques présents dans le secteur de l’agriculture. Dans ce cadre j’ai, avec mon administration, conclu le 23 octobre 2015 une convention en matière de bien-être et de sécurité au travail dans l’agriculture et l’horticulture avec les représentants des travailleurs et des employeurs du secteur de l’agriculture et de l’horticulture ainsi qu’avec Prevent Agri Vlaanderen et Wallonie. L’objectif de cette convention consiste à harmoniser et coordonner les initiatives et actions qui visent à améliorer la sécurité au travail, la prévention et le bien-être au travail dans l’agriculture et l’horticulture.

En outre, on cherche autant que possible à sensibiliser toutes les parties prenantes de ce secteur, notamment par le biais de brochures. À cet effet je vous renvoie vers la série Prevent Agri. Ces brochures peuvent être obtenues gratuitement auprès du service public fédéral (SPF) Emploi, Travail et Concertation sociale, et peuvent également être consultées sur le site web de ce SPF. La brochure « Bonnes pratiques de sécurité dans le secteur agricole » contient entre autres des mesures de prévention spécifiques pour le travail avec des produits dangereux.

Voor wat betreft de eerste en de derde vraag, deze behoren tot de bevoegdheid van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.

Wat betreft de tweede vraag, kan ik het volgende antwoord verstrekken.

De welzijnswetgeving streeft in essentie de bescherming inzake welzijn op het werk na van de werknemers die onder gezag werken van een werkgever en beoogt als dusdanig niet de bescherming van de werkgever zelf. Indien landbouwers andere personen tewerkstellen onder hun gezag, worden zij als werkgever beschouwd voor de toepassing van de welzijnswetgeving. Landbouwers moeten dan ook de verplichtingen uit het koninklijk besluit van 11 maart 2002 betreffende de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers tegen de risico's van chemische agentia op het werk naleven. Dit houdt in dat zij de risico's voor de veiligheid en gezondheid van hun werknemers die het gevolg zijn van de aanwezigheid op de arbeidsplaats van chemische agentia evalueren en de daarbij nodige preventiemaatregelen nemen. Daarnaast moeten landbouwers de nodige maatregelen nemen om werknemers die worden blootgesteld aan risico’s van blootstelling aan gevaarlijke chemische agentia, te onderwerpen aan een voorafgaande (voor de tewerkstelling) en daarna een periodieke gezondheidsbeoordeling. Deze gezondheidsbeoordeling wordt uitgevoerd door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de bevoegde preventiedienst van de werkgever.

Mijn administratie is zich terdege bewust van de risico’s binnen de landbouwsector. In dit kader heb ik, samen met mijn administratie, op 23 oktober 2015 een convenant inzake welzijn op het werk en arbeidsveiligheid in de land- en tuinbouw gesloten met werknemers- en werkgevers vertegenwoordigers van de land- en tuinbouwsector, en met Prevent Agri Vlaanderen en Wallonië. De bedoeling van dit convenant bestaat er in om initiatieven en acties die verband houden met de verbetering van de arbeidsveiligheid, preventie en welzijn op het werk in de land- en tuinbouw op elkaar af te stemmen en te coördineren.

Daarnaast wordt getracht om alle partijen in de landbouwsector zoveel mogelijk te sensibiliseren via brochures. Ik verwijs daarvoor graag naar de reeks Prevent Agri. Deze brochures zijn gratis te verkrijgen en te raadplegen op de website van de federale overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. De brochure « Goede veiligheidspraktijken in de landbouwsector » bevat onder andere specifieke preventiemaatregelen voor het werken met gevaarlijke producten.