de Martine Taelman (Open Vld)
van Martine Taelman (Open Vld)
au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique
aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
impôt des personnes physiques
propriété immobilière
statistique officielle
répartition géographique
belasting van natuurlijke personen
onroerend eigendom
officiële statistiek
geografische spreiding
| 26/4/2012 | Verzending vraag |
| 11/6/2012 | Antwoord |
| 26/4/2012 | Verzending vraag |
| 11/6/2012 | Antwoord |
Pour combattre la spéculation dans le secteur de l'immobilier, on a, à l'époque, introduit dans l'impôt sur les personnes physiques une taxation des plus-values sur les biens immobiliers. Celle-ci est qualifiée, dans l'impôt sur les personnes physiques, sous l'article 90, 8° et 10° du Code des impôts sur le revenu, en tant que “ revenus divers ”. La plus-value (la différence entre le prix d'achat et le prix de vente) est, en fonction de la situation, taxée à 16,5 % ou à 33 %.
J'aimerais obtenir une réponse à plusieurs questions.
1) Quel a été le produit de cet impôt pour les exercices d'imposition 2010 et 2011 ?
2) Comment le produit de cet impôt a-t-il été réparti sur les trois régions pour les exercices d'imposition 2010 et 2011 ?
Om speculatie in de vastgoedmarkt tegen te gaan, werd destijds een meerwaardebelasting op onroerend goed ingevoerd in de personenbelasting. Die wordt binnen de personenbelasting gekwalificeerd als "diverse inkomsten" onder art. 90, 8° en 10° van het wetboek van de inkomstenbelastingen (WIB). De meerwaarde (het verschil tussen aankoop- en verkoopprijs) wordt naargelang de situatie getaxeerd aan 16,5 % of 33 %.
Graag kreeg ik van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:
1) Wat is de opbrengst van die belasting voor de aanslagjaren 2010 en 2011?
2) Hoe is de opbrengst van die belasting verdeeld over de drie gewesten voor de aanslagjaren 2010 en 2011?
Le tableau ci-dessous présente un aperçu du produit estimé découlant de la taxation à l’ impôt des personnes physiques des plus-values envisagées (montants en euros). Pour l’exercice d’imposition (EI) 2010, les données fiscales sont reprises dans la déclaration à l’impôt des personnes physiques à la rubrique XV parmis les codes 1205-86 à 1208-53, 2205-26 à 2208-23, 1171-90 à 1173-88 et 2171-60 à 2173-58.
Les chiffres repris dans les tableaux ci-après sont donc basés sur les données de la déclaration et doivent être interprétés comme des produits maximaux.
Enfin, il est à remarquer que seules les données de l’exercice d’imposition 2010 sont fournies vu que les enrôlements relatifs à l’exercice d’imposition 2011 sont encore en cours.
La répartition régionale des montants précités est reprise dans le tableau ci-après :
In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de geraamde opbrengst voortvloeiend uit de taxatie van de geviseerde meerwaarden in de personenbelasting (bedragen in euro). De fiscale gegevens voor het aanslagjaar (AJ) 2010 zijn opgenomen in de aangifte in de personenbelasting in vak XV onder de codes 1205-86 tot en met 1208-53, 2205-26 tot en met 2208-23, 1171-90 tot en met 1173-88 en 2171-60 tot en met 2173-58.
De cijfers, weerhouden in onderstaande tabellen, zijn dus gebaseerd op de aangiftegegevens en dienen te worden geïnterpreteerd als maximale opbrengsten.
Tenslotte dient te worden aangestipt dat enkel de gegevens voor het aanslagjaar 2010 worden verstrekt vermits de inkohieringen met betrekking tot aanslagjaar 2011 nog aan de gang zijn.
De gewestelijke verdeling van bovenstaande cijfers is opgenomen in onderstaande tabel:
