SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
1 aôut 2011 1 augustus 2011
________________
Question écrite n° 5-2913 Schriftelijke vraag nr. 5-2913

de Martine Taelman (Open Vld)

van Martine Taelman (Open Vld)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
SNCB - Personnes à mobilité réduite - Service d'assistance adapté NMBS - Personen met beperkte mobilitieit - Aangepaste dienstverlening 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs
facilités pour handicapés
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
faciliteiten voor gehandicapten
________ ________
1/8/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
1/8/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2914
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4951
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-2914
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-4951
________ ________
Question n° 5-2913 du 1 aôut 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-2913 d.d. 1 augustus 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les personnes à mobilité réduite peuvent compter sur une assistance de la part de la SNCB, pour autant qu'elles en introduisent la demande 24 heures à l'avance et voyagent au départ de 114 gares sélectionnées.

Une plainte fut introduite auprès du Centre pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme, à la suite d'un incident qui priva une dame de Jemappes de cette assistance alors qu'elle en avait correctement fait la demande. Dans le Standaard du 14 juillet 2011, le Centre pour la l'égalité des chances et la lutte contre le racisme indiqua que 22 plaintes similaires avaient déjà été introduites à l'encontre de la SNCB et de De Lijn, depuis le début 2010.

Le CECLR remit également la règle des 24 heures en question étant donné qu'elle traite toutes les personnes à mobilité réduite, quel que soit leur handicap, de la même manière. Les besoins d'une personne en chaise roulante et d'une personne malvoyante sont pourtant fondamentalement différents. Les personnes à mobilité réduite sont donc obligées de planifier leur voyage au moins un jour à l'avance.

J'aimerais obtenir une réponse de la ministre aux questions suivantes :

1. Combien de personnes à mobilité réduite ont-elles fait usage de l'assistance adaptée au cours des cinq dernières années ?

2. Combien de plaintes la SNCB a-t-elle reçues ces dernières années au sujet de problèmes liés au service d'assistance aux personnes à mobilité réduite ? Quelles étaient les principales plaintes ?

3. Des compensations ont-elles été payées parce que l'assistance promise n'avait pas été offerte aux personnes à mobilité réduite ? Dans l'affirmative, j'aimerais en connaître le montant total et sa répartition par année.

4. Prévoit-on une extension du nombre de gares où ce service est offert ?

5. Que pense la ministre de la position du CECLR qui estime que la SNCB discrimine les personnes à mobilité réduite en leur imposant une réservation 24 heures à l'avance ? La ministre estime-t-elle que la règle des 24 heures doit être maintenue pour toutes les personnes à mobilité réduite ?

 

Personen met een beperkte mobiliteit kunnen bij de NMBS rekenen op een aangepaste dienstverlening, op voorwaarde dat ze dit 24 uur op voorhand aanvragen en reizen vanuit 114 geselecteerde stations.

Na een incident waarbij een vrouw uit Jemappes, ondanks een correcte aanvraag, niet geholpen werd in het station, werd er een klacht neergelegd bij het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding gaf in een reactie in De Standaard op 14 juli 2011 aan dat er sinds begin 2010 reeds 22 gelijkaardige klachten waren binnengekomen over de NMBS en De Lijn.

Ook stelde het CGKR de 24-urenregel in vraag, aangezien deze alle personen met een beperkte mobiliteit, ongeacht hun handicap, over dezelfde kam scheert. De noden van een rolstoelgebruiker en een slechtziende zijn nochtans fundamenteel anders. Personen met een beperkte mobiliteit worden zo dus verplicht om hun reis minstens 1 dag op voorhand volledig te plannen.

Graag kreeg ik dan ook van de geachte minister een antwoord op de volgende vragen:

1. Hoeveel reizigers met beperkte mobiliteit maakten de voorbije 5 jaar gebruik van de aangepaste dienstverlening die wordt geboden?

2. Hoeveel klachten ontving de NMBS de afgelopen jaren over problemen met de dienstverlening voor mensen met beperkte mobiliteit? Wat waren de voornaamste klachten?

3. Werden er compensaties uitbetaald voor het niet leveren van de beloofde assistentie aan personen met beperkte mobiliteit? Zo ja, graag het totaalbedrag van deze compensaties en uitgesplitst per jaar.

4. Is een uitbreiding van het aantal stations en stopplaatsen waar deze dienst wordt aangeboden voorzien?

5. Wat is de houding van de minister ten opzichte van het standpunt van het CGKR dat de NMBS reizigers met beperkte mobiliteit discrimineert door hen te verplichten hun reisweg 24 uur op voorhand aan te vragen? Is de minister van mening dat de 24-urenregel behouden moet blijven voor alle reizigers met beperkte mobiliteit?