SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-5966 Schriftelijke vraag nr. 4-5966

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Agents de police - Équipement de base - Élargissement Politieagenten - Basisuitrusting - Uitbreiding 
________________
police
police locale
équipement de protection
sécurité du travail
politie
gemeentepolitie
beschermingsmiddel
arbeidsveiligheid
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3705 Herindiening van : schriftelijke vraag 4-3705
________ ________
Question n° 4-5966 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5966 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les agents de police, encore populairement appelés agents auxiliaires, demandent d’urgence un élargissement de leur équipement de base, indiquant que, ces dernières années, l’éventail de leurs missions s’est fortement élargi et qu’ils sont de plus en plus souvent la cible de violence lorsqu'ils sont en fonction. Ils ne se sentent plus en sécurité avec leur équipement actuel, à savoir un spray à la capsicine et des menottes.

J’ai appris que la Commission permanente de la police locale (CPPL) a contacté la Commission de l’armement afin de chercher un moyen de défense approprié. On pense éventuellement à une matraque ou à un pistolet à impulsions électriques. Le Taser est déjà utilisé par nos unités d’intervention et d’arrestation. L’utilisation de cette arme rendrait l’arrestation plus aisée, notamment dans des circonstances difficiles. Toutefois, jusqu’à présent, les services de police compétents devait demander, avant une utilisation probable, une autorisation à cet effet au procureur du Roi.

En tant que législateur, nous constatons effectivement une augmentation du nombre de délits avec violence à l’encontre de nos services de police. C’est aussi notre mission de prévoir des équipements de qualité pour les agents de police afin qu’ils puissent faire face aux risques auxquels ils sont confrontés. Par ailleurs, nous devons évidemment éviter qu’un surarmement ne crée des effets concurrents et ne favorise d’éventuelles réactions négatives. De prime abord, la meilleure manière de résoudre les problèmes est évidemment de faire preuve d'une attitude diplomatique appropriée.

1. La ministre a-t-elle connaissance de la demande des agents de police concernant l’élargissement de leur équipement de base ?

2. Estime-t-elle que l’équipement de ces personnes pose réellement problème , compte tenu de leurs missions et des risques auxquels ils sont confrontés ?

3. Quelle est sa position sur l’utilisation éventuelle de la matraque ou d’un pistolet à impulsions électriques ? Voit-elle éventuellement des alternatives ?

4. A-t-elle connaissance d’un avis éventuel de la Commission de l’armement sur cette problématique ?

 

De agenten van de politie, in de volksmond nog steeds gekend als de hulpagenten, vragen dringend een uitbreiding van hun basisuitrusting. Ze halen daarbij aan dat hun takenpakket de afgelopen jaren sterk is uitgebreid en dat ze steeds vaker worden geconfronteerd met geweld tegenover hun persoon in functie. Ze voelen zich niet meer veilig met hun huidige uitrusting, namelijk pepperspray en een set handboeien.

Ik heb vernomen dat de Vaste Commissie van de lokale politie (VCLP) de Bewapeningscommissie heeft gecontacteerd om een geschikt verweringsmiddel te zoeken. Daarbij wordt mogelijks gedacht aan een wapenstok of een stroomstootwapen. De " taser " wordt nu reeds gebruikt door onze interventie- en arrestatie-eenheden. Het gebruik van dit wapen zou de arrestatie soepeler laten verlopen en kan worden gebruikt in moeilijke omstandigheden. Tot nu toe moesten de bevoegde politiediensten echter op voorhand bij vermoedelijk gebruik een toestemming daarvoor vragen aan de procureur des Konings.

Als wetgever zien we inderdaad dat het aantal gewelddelicten tegenover onze politiediensten toeneemt. Het is onze taak om ook de agenten van de politie degelijk uit te rusten zodat ze voldoende zijn opgewassen tegenover de risico's waarmee ze worden geconfronteerd. Anderzijds moeten we natuurlijk ook opletten dat een " overbewapening " geen tegengestelde effecten creëert en mogelijke negatieve reacties juist in de hand werkt. In eerste instantie blijft het natuurlijk de beste manier om via de gepaste diplomatieke weg problemen op te lossen.

1. Kent de geachte minister de vraag van de agenten van de politie omtrent de uitbreiding van hun basisuitrusting?

2. Is hij van oordeel dat er inderdaad een probleem bestaat omtrent de uitrusting van deze mensen, rekening houdende met hun takenpakket en de risico's waarmee ze worden geconfronteerd?

3. Wat is zijn standpunt over het mogelijke gebruik van de wapenstok of een stroomstootwapen? Ziet hij eventueel andere alternatieven?

4. Heeft hij weet van een mogelijk advies van de bewapeningscommissie omtrent deze problematiek?