SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
20 décembre 2007 20 december 2007
________________
Question écrite n° 4-107 Schriftelijke vraag nr. 4-107

de Philippe Mahoux (PS)

van Philippe Mahoux (PS)

au ministre des Affaires étrangères

aan de minister van Buitenlandse Zaken
________________
Situation au Moyen-Orient - Conférence d’Annapolis - Position de l’État d’Israël- Initiatives belges au sein du Conseil de sécurité des Nations unies Situatie in het Midden-Oosten - Conferentie van Annapolis - Positie van de staat Israël - Belgische initiatieven in de VN-Veiligheidsraad 
________________
question de la Palestine
Israël
Proche et Moyen-Orient
Palestine
Conseil de sécurité ONU
Palestijnse kwestie
Israël
Midden-Oosten
Palestina
Veiligheidsraad VN
________ ________
20/12/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten
20/12/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten
________ ________
Question n° 4-107 du 20 décembre 2007 : (Question posée en français) Vraag nr. 4-107 d.d. 20 december 2007 : (Vraag gesteld in het Frans)

Suite à la conférence d’Annapolis du 27 novembre 2007 regroupant les chefs d’États israélien et palestinien, dont le but était de donner un nouvel élan au processus de paix dans la région, la position gouvernementale israélienne semble s’être considérablement affermie en rappelant que la déclaration commune dudit sommet ne liait pas les mains d’Israël en ce qui concerne les questions clefs. En d’autres termes, tout accord dépendra du respect de la mise en application de tous les engagements de la « feuille de route », à savoir qu’il ne pourra y avoir de progrès tant qu’il y aura un risque sécuritaire pour l’État d’Israël.

La situation qui prévaut actuellement au Moyen-Orient n’incite pas particulièrement à l’optimisme : la récession que subissent les territoires palestiniens s’ajoute à une fracture politique sans précédent entre Gaza, bastion du Hamas, et la Cisjordanie, quadrillée par l’armée israélienne, où le Fatah, identifié à l’Autorité palestinienne, reste prééminent. Par ailleurs, compte tenu de la présence des milices du Hamas à Gaza, toute nouvelle incursion militaire israélienne dans ce territoire est possible.

Compte tenu des éléments ci-dessus évoqués :

1. Comment réagir face au tour de force israélien par lequel a été retiré un projet de résolution des États-Unis, déposé au Conseil de sécurité des Nations unies, qui était destiné à soutenir les résolutions prises à Annapolis ? Quelle marge de manœuvre possède la Belgique au sein du Conseil de Sécurité pour initier de véritables progrès dans ce conflit ?

2. La responsabilité du fiasco israélo-palestinien n’épargne pas les Européens. Quelles initiatives plus courageuses peuvent être développées par l’Union européenne afin de mettre fin à cet état de fait ? Qu’en est-il de l’influence de l’Union européenne au sein du Quartet sachant que les États-Unis semblent vouloir garder l’initiative dans la résolution du conflit israélo-palestinien ?

 

Na de Conferentie van Annapolis van 27 november 2007, die de Israëlische en Palestijnse staatsleiders bij elkaar bracht om het vredesproces in de regio een nieuw elan te geven, heeft de Israëlische regering haar standpunt blijkbaar aanzienlijk verhard want ze herinnerde eraan dat Israël zich, voor wat de kernproblemen betreft, niet gebonden acht door de gemeenschappelijke verklaring van de Top. Elk akkoord hangt met andere woorden af van de correcte uitvoering van alle verbintenissen die voortvloeien uit de “routekaart voor de vrede”, wat betekent dat geen vooruitgang kan worden geboekt zolang de veiligheid van de staat Israël niet gegarandeerd is.

De huidige situatie in het Midden-Oosten geeft weinig redenen tot optimisme: naast de recessie die in de Palestijnse gebieden woedt, is er de politieke breuk zonder voorgaande tussen Gaza, het bastion van Hamas, en de Westelijke Jordaanoever, gecontroleerd door het Israëlische leger, waar Fatah, vereenzelvigd met de Palestijnse Autoriteit, de dominerende partij blijft. Door de aanwezigheid van de Hamasmilitie in Gaza kan een nieuwe militaire inval in dat gebied niet worden uitgesloten.

Gelet op bovenstaande elementen:

1. Hoe moeten we reageren op de Israëlische krachttoer die ertoe heeft geleid dat een in de VN-Veiligheidsraad ingediende ontwerpresolutie van de Verenigde Staten om de in Annapolis genomen besluiten te steunen, werd ingetrokken? Over welke manoeuvreerruimte beschikt België in de Veiligheidsraad om te komen tot een oplossing van dit conflict?

2. Wat de verantwoordelijkheid voor het Israëlisch-Palestijns conflict betreft, gaat ook Europa niet geheel vrijuit. Welke moedige initiatieven kan de Europese Unie nemen om een einde te maken aan deze situatie? Hoe staat het met de invloed van de Europese Unie in het Kwartet, wetende dat de Verenigde Staten het initiatief zouden willen behouden in de oplossing van het Israëlisch-Palestijns conflict?