BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2016-2017
________
24 april 2017
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1389

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen
________
Commissie van de Verenigde Naties over de oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog - Archief - Opvragen van een integrale kopie - Toegankelijkheid voor het publiek - Samenwerking met de Gemeenschappen
________
VN
archief
Tweede Wereldoorlog
misdaad tegen de menselijkheid
jood
digitalisering
toegang tot de informatie
________
24/4/2017Verzending vraag
28/6/2017Rappel
19/7/2017Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1390
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 6-1389 d.d. 24 april 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Wat betreft transversaal karakter van de schriftelijke vraag : het levend houden van de herinnering aan de Shoah is een taak van alle overheden. Federaal kan verwezen worden naar de sleutelrol van het Studie en documentatiecentrum oorlog en hedendaagse maatschappij (SOMA) en het Rijksarchief. De Gemeenschappen staan dan weer in voor het onderwijs en het opnemen van de Shoah in de eindtermen. Ook is er de rol van de diverse instellingen die de herinnering levend houden zoals de Kazerne Dossin en het Fort van Breendonk. Het betreft dus een transversale Gemeenschapsaangelegenheid.

Het archief van de Commissie van de Verenigde Naties over de oorlogsmisdaden tijdens de Tweede Wereldoorlog is sinds de start van de Koude Oorlog in de jaren 40 niet meer publiek toegankelijk. Het betreft een bijzonder omvangrijk archief van meer dan 450 000 bladzijden over de holocaust. Binnenkort zal dit archief online te raadplegen zijn. Daarnaast zal het enkel fysiek te raadplegen zijn in Londen en Washington. De Britse regering heeft immers een digitale kopie opgevraagd bij de VN en zij hebben aan de « Wiener library » de opdracht gegeven om dit publiek toegankelijk te maken. België heeft dit tot op heden nog niet gedaan.

Het desbetreffende archief omvat nochtans vierhonderd Belgische dossiers die nader onderzoek vergen. De herinnering aan de holocaust levend houden is immers niet enkel een erkenning van het verleden, maar ook het streven naar een verdraagzame toekomst. Op 24 januari 2013 werd in de Belgische Senaat een resolutie aangenomen die het aandeel van de Belgische overheid in de holocaust erkent (stuk Senaat 5-1370/4 – 2012/2013). De resolutie drong erop aan dat de verschillende regeringen van ons land meer aandacht zouden schenken aan de overlevering van en het onderricht in de holocaust. Het is dan ook niet meer dan logisch dat de Belgische regering de nodige stappen onderneemt om dit archief op te vragen en voor het publiek toegankelijk te maken.

Dat alle documenten opnieuw beschikbaar worden, is grotendeels de verdienste van de onderzoeker Dan Plesch, die er jarenlang voor lobbyde bij de VN. Uit zijn onderzoek blijkt dat de Engelsen, de Amerikanen en de Russen al in december 1942 wisten dat er twee miljoen joden waren vermoord en dat nog eens vijf miljoen andere joden gevaar liepen te worden gedood. Tevens bevat het archief heel wat informatie over oorlogsmisdaden in België. Het gaat over joden die naar de concentratiekampen werden gevoerd, maar ook over misdaden tegen burgers en krijgsgevangenen.

De vierhonderd concrete dossiers van landgenoten die het slachtoffer werden van de holocaust zijn belangrijk daar zij een concrete getuigenis zijn van de holocaust en de rol die ons land en de overheden hierin hebben gespeeld. Dit moet blijvend en zo breed mogelijk onder de aandacht van het publiek worden gebracht. De Gemeenschappen vervullen hierin ook een belangrijke rol en dit zowel wat betreft het onderwijs als wat betreft het informeren van het publiek. Ik denk hier onder meer aan de Kazerne Dossin.

Ik had dan ook graag een antwoord gekregen op de volgende vragen :

1) Wat vindt u van het initiatief van de Britse regering om een integrale kopie te vragen bij de VN van het uitgebreide archief van de VN-commissie voor de oorlogsmisdaden in de Tweede Wereldoorlog en gaat u gelijkaardige stappen ondernemen opdat het archief ook fysiek in ons land toegankelijk wordt gesteld voor het grote publiek ? Bent u concreet bereid om bij de VN een kopie op te vragen ? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, wanneer verwacht u een kopie te bekomen en wat gaat u ermee doen ?

2) Welke rol ziet u weggelegd voor het SOMA (Studie- en documentatiecentrum Oorlog en Hedendaagse Maatschappij) en bent u het met me eens dat zeker de Belgische casussen grondig dienen te worden bestudeerd ? Zo ja, hoe gaat dit inhoudelijk verlopen en zijn er budgetten voorzien voor de ontsluiting van deze documenten en zal er een rapportage geschieden ? Zo neen, kan u dit uitvoerig toelichten ?

3) De Britse regering heeft de integrale kopie ter beschikking gesteld van de « Wiener Library » opdat deze toegankelijk wordt gesteld voor het publiek. Bent u het eens met het principe dat deze ook bij ons publiek toegankelijk moet worden gesteld en gaat u hieromtrent samenzitten met de Gemeenschappen en de instellingen zoals de Kazerne Dossin ? Kan u dit concreet toelichten ? Wat is de inhoud en de kalender ? Wie gaat instaan voor de publieke toegang van deze belangrijke archiefstukken ?

Antwoord ontvangen op 19 juli 2017 :

Het spreekt vanzelf dat ik volledig achter een actief beleid inzake de herinnering aan de Shoah sta.

Dit bijzondere dossier inzake de verwerving van een digitale kopie van het archief van de « United Nations War Crimes Commission » door de Belgische overheid is echter in handen van het Algemeen Rijksarchief dat ressorteert onder het staatssecretariaat voor Wetenschapsbeleid.

Het is zo dat voor toezending van de officiële aanvraag van een digitale kopie van het archief van de « United Nations War Crimes Commission » aan de heer Haufek, hoofd van de ARMS (Archives and Records Management Section) van de VN, de archiefdienst van de federale overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken en de permanente vertegenwoordiging van België bij de Verenigde Naties in New York zijn opgetreden als tussenpersoon voor het Algemeen Rijksarchief.

Aangezien mijn diensten in dit dossier enkel een bemiddelende rol hebben vervuld, is het best dat u zich voor een antwoord op uw vragen wendt tot mijn ambtgenote, de staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid.