BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
3 mei 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8956

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de minister van Justitie
________
Kunstdiefstal - Inboedeldiefstal bij particulieren - Publieke databank gestolen kunst
________
diefstal
kunstvoorwerp
gegevensbank
gerechtelijke vervolging
officiële statistiek
________
3/5/2013Verzending vraag
17/9/2013Rappel
18/12/2013Rappel
3/1/2014Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8955
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8956 d.d. 3 mei 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De federale politie heeft het voorbije jaar een nieuw fenomeen vastgesteld in de kunstdiefstal. De dieven gaan namelijk almaar vaker voor een hele inboedel, waar ze vroeger meestal maar met één of twee kunstwerken aan de haal gingen. In totaal zijn er dit jaar tussen 250 en 300 kunstdiefstallen gepleegd. De politie vindt amper 7 tot 10 procent van de gestolen stukken terug.

Ik had hieromtrent dan ook graag volgende schriftelijke vragen voorgelegd:

1) Kan de minister cijfermatig toelichten, en dit voor de laatste drie jaar, in hoeverre dit fenomeen zich doorzet? Hoeveel hele inboedels werden gestolen?

2) Kan de minister aangeven of het aantal kunstdiefstallen bij particulieren de laatste drie jaar is toegenomen of afgenomen, en dit op jaarbasis?

3) Kan de minister aangeven in hoeverre er nu eindelijk werk wordt gemaakt van een publieke databank van gestolen kunst zoals bepleit door de Kunstcel alsook door een unaniem goedgekeurde resolutie die door mezelf werd ingediend (stuk nr. 5-29)? Kan ze aangeven wanneer deze databank er daadwerkelijk zal komen en wat ze zal inhouden?

4) Kan ze aangeven hoeveel daders er de laatste drie jaar werden veroordeeld voor kunstdiefstal? Kan ze deze resultaten toelichten? Is verder inzetten op handhaving noodzakelijk? Zo ja, welke acties staan op til?

Antwoord ontvangen op 3 januari 2014 :

1) en 2) Op grond van de mij verstrekte gegevens, kan ik u het volgende meedelen. De statistische gegevensbank van het College van procureurs-generaal laat niet toe om kunstdiefstallen te onderscheiden van andere diefstallen. Er worden immers geen gegevens over de aard van de gestolen voorwerpen geregistreerd in het REA/TPI informaticasysteem.

3) De p.v.’s betreffende kunstdiefstallen worden met evenveel zorg en aandacht opgesteld als die voor andere diefstallen. Zoals bij elk gestolen voorwerp wordt een specifieke beschrijving opgenomen en zal er in het onderzoek aandacht besteed worden aan het terugvinden ervan. Wat betreft de oprichting van een gespecialiseerde databank, verwijs ik naar mijn collega van Binnenlandse Zaken.

4) De veroordelingsstatistieken, terug te vinden op de website van de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid (zie: http://www.dsb-spc.be/stat), maken geen onderscheid tussen kunstdiefstallen en andere vormen van diefstal.

Wat de vraag naar specifieke acties betreft, verwijs ik eveneens naar mijn collega van Binnenlandse Zaken, bevoegd voor politie.