BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
30 april 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8902

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________
Federale overheidsdiensten - Communicatie met burgers - Gebruik van sociale media
________
ministerie
virtuele gemeenschap
bewustmaking van de burgers
betrekking tussen overheid en burger
sociale media
________
30/4/2013Verzending vraag
18/12/2013Rappel
17/2/2014Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8900
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8901
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8903
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8904
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8905
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8906
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8907
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8908
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8909
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8910
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8911
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8912
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8913
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8914
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8915
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8916
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8917
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8918
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8902 d.d. 30 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Bedrijven en overheden hebben de afgelopen jaren de kracht van de sociale media ontdekt om op een vlotte en toegankelijke manier contact te onderhouden met (potentiële) klanten of burgers. Enkele federale overheidsdiensten maken intussen ook gebruik van sociale media, zo kan men via @FOD_Financien nieuws volgen over en contact opnemen met deze federale overheidsdienst via Twitter en worden via @belgiumbe de officiële persberichten verspreid via ditzelfde medium.

Graag kreeg ik dan ook een antwoord op de volgende vragen:

1) Maken de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen gebruik van sociale media voor de communicatie met burgers? Zo ja, welke? Indien niet, zijn er plannen om dat in de toekomst te doen?

2) Hoe evalueert u het gebruik van sociale media door de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen? Welke reacties worden er van burgers ontvangen?

3) Hoe wordt de informatie geselecteerd die via de sociale media wordt verspreid bij de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen? Is hier een specifiek beleid voor?

4) Zijn er bij de FOD's die onder uw bevoegdheid vallen, gevallen van misbruik bekend, waarbij foutieve informatie door derden verspreid wordt die ogenschijnlijk vanuit de federale overheid afkomstig zou zijn? Is er vanuit uw bevoegdheidsdomein hiervoor permanente aandacht ?

Antwoord ontvangen op 17 februari 2014 :

1. De Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken is de weg van de sociale media ingeslagen door een Facebookpagina (Diplomatie.Belgium) en een Twitter-account (Belgium MFA) aan te maken. We hebben voorts een Google+- en een Vimeo-account en YouTube voor onze audiovisuele producties (ministeriële ontmoetingen, promotiefilms …).

Vanwaar die keuze?

  • Goedgebruikt promoten de sociale media het imago van België en van onze FOD op een efficiënte, moderne, grootschalige en goedkope manier. Sociale media zijn ook een krachtig crisisbeheersingsinstrument. Als dusdanig kunnen ze snel onmisbaar worden; uiteraard zijn ze maar efficiënt als ze in de praktijk werken vóór er een crisis uitbreekt.

  • De sociale media vullen elkaar aan en de regels voor de perscontacten zijn erop van toepassing. Alleen de informatie die het departement on the record mag verspreiden via de media, mag via de sociale media worden bekendgemaakt. Omgekeerd mag niets via de sociale media worden bekendgemaakt van wat niet on the record via de klassieke media mag worden verspreid.

  • Als promotiemiddel komen de sociale media vooral reeds bestaande primaire nieuwsbronnen versterken, zoals een persbericht van het departement. Ze kondigen ook de activiteiten van onze diplomatieke posten in het buitenland aan en maken ze bekend in lokale kringen, aan uitgezonden Belgen in het buitenland of aan een Belgisch publiek. Ze verruimen het bereik van onze communicatie naar een nieuw publiek van onder meer jongeren, die de traditionele media links laten liggen. En daar is Facebook een geschikt medium voor.

  • Op het vlak van crisisbeheersing kunnen de sociale media worden ingezet om de Belgen in ware tijd te informeren: waarschuwingen, adviezen, valse beweringen afzwakken. Veel hangt uiteraard af van de technische mogelijkheden en de lokale gebruiken.

  • Facebook is veeleer bestemd als grootschalig communicatiemiddel met de burger, in België of het buitenland. Het gaat om het imago van onze FOD, met al zijn activiteiten, én de uitstraling van België in het buitenland (vaak wordt good news from Belgium verspreid door de posten of in het buitenland wonende Belgen). Zo creëert men een gevoel van identiteit en nationale trots.

Twitter is veeleer gericht op deskundigen, journalisten en op contact met de pers.

Beide sociale media zijn bovendien gratis en gebruiksvriendelijk. En dat gebruik wordt aangemoedigd door onze diplomatieke posten in het buitenland, waarvan ruim 60 al een eigen pagina hebben. Op de consulaire en diplomatieke dagen werden trouwens opleidingen en instructies verstrekt.

2. a. Sinds de officiële start van onze Facebookpagina kregen we 1 565 likes, vooral in België, gevolgd door Egypte (75), Frankrijk (34), Brazilië en de Verenigde Staten. We registreren vooral likes op onze publicaties en enkele shares (vooral van onze posten in het buitenland), maar erg weinig commentaren, die doorgaans positief zijn (vooral op het good news from Belgium). Zodra we een commentaar of bericht ontvangen, sturen we een antwoord in de loop van de dag.

b. Onze Twitter-account hebben we ongeveer zes maanden geleden officieel opgestart. We tellen 648 tweets voor 2 085 followers. Onze publicaties worden gemiddeld drie keer geretweet, onze commentaren regelmatig. Recent bijvoorbeeld door de zus van een Belg die tijdens de doortocht van de tyfoon Hayan op de Filipijnen verdween. Zij nam contact met ons op na een Tweet. Zo hebben wij haar kunnen contacteren om de teams te helpen hem op te sporen. Achteraf heeft zij ons bedankt voor onze inspanningen om haar broer terug te vinden.

3. We proberen onze contents af te stemmen op onze doelgroepen (Belgen in België, Belgen in het buitenland en buitenlanders met interesse voor België) en zetten die op de NL, F en GB (als de info relevant is voor buitenlanders) pagina’s:

  • persberichten.

  • citaten van de ministers en foto’s van hun activiteiten.

  • wijziging van het reisadvies en link naar onze officiële site.

  • activiteiten van Ontwikkelingssamenwerking.

  • positief nieuws uit België – Good news.

  • bekendmaking activiteiten, economische missies, congressen (mede)georganiseerd door de FOD.

  • evenementen georganiseerd door onze diplomatieke posten, info over de banden tussen het land en België.

  • consulaire info geactualiseerd op onze site en praktisch reisadvies (fragmenten uit de brochures Reis Wijs en Zakboekje Reis Wijs).

  • artikels of videobeelden van nationale of internationale media over thema’s in verband met de bevoegdheden van de FOD, of eigen producties van het departement.

  • praktische info over een crisissituatie ergens in het buitenland (natuurramp, ongeval, lokaal conflict …).

4. Tot nu toe werd geen foutieve info of info die niet onder onze FOD ressorteert, verspreid. Alle info wordt vooraf zorgvuldig en in overleg geselecteerd waarbij, voor zover als mogelijk, elke controverse wordt vermeden. Wij hanteren een systeem van collegiale toetsing. Gevoelige onderwerpen worden gescreend door de woordvoerder van onze FOD. Voor de Facebookpagina’s van onze posten in het buitenland zijn opleidingen en duidelijke instructies verstrekt.