BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2012-2013
________
8 maart 2013
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8435

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________
Haatpredikers - Aantallen - Lijst - Vervolgingen en veroordelingen - Jihad - Syrië
________
Syrië
officiële statistiek
extremisme
religieus conservatisme
islam
staatsveiligheid
gerechtelijke vervolging
racisme
bestrijding van discriminatie
radicalisering
________
8/3/2013Verzending vraag
18/12/2013Rappel
21/2/2014Rappel
16/4/2014Antwoord
________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8436
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-8435 d.d. 8 maart 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Onlangs kwam extremist Abdel Fattah Mourou prediken in de moskee Al Khalil. Op YouTube is een film met zijn preek terug te vinden. Betrokkene wordt volgens diverse bronnen beschouwd als een haatprediker en hij is één van de topmannen binnen de fundamentalistische Ennahda-beweging (Al-Nahda) die van Tunesië een shariastaat wilt maken. Ennahda heeft tevens banden met de radicale Moslimbroederschap uit Egypte. Enige tijd geleden kwam de Saudische extremist Mohamed Al-Arifi in Antwerpen en Brussel moslimjongeren warm maken om te gaan vechten in Syrië tegen het regeringsleger van Assad. Het fenomeen van de haatpredikers is bijzonder onrustwekkend en behoeft een duidelijk antwoord vanwege de overheden. Ook via Facebook en andere sociale netwerken zijn deze predikers actief.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Kunt u aangegeven, en dit respectievelijk voor de jongste drie jaar, hoeveel maal op jaarbasis er haatpreken door fundamentalisten werden gegeven in ons land en kunt u aangeven in welke steden deze plaatsvonden, alsook om hoeveel predikers het gaat?

2) Kunt u aangeven hoeveel van deze haatpredikers in vervolging werden gesteld voor het aanzetten tot haat en het overtreden van de antiracismewetgeving en de antidiscriminatiewetgeving, en dit voor de jongste drie jaar, alsook hoeveel er daadwerkelijk werden veroordeeld? Kunt u deze cijfers duiden en aangeven hoe de handhaving en de daadwerkelijke vervolging kan worden opgedreven?

3) Hoeveel landgenoten nemen heden deel aan gevechten tegen het regime van Assad?

4) Zijn de minister en/of de diensten van de veiligheid van de staat op de hoogte van facebookprofielen van jongeren uit ons land die heden actief zijn als radicale jihadisten in respectievelijk Irak, Syrië, Somalië of andere landen? Om hoeveel profielen gaat het en hoe wordt dit opgevolgd? Hoe zal men hen in ons land opvangen bij hun terugkeer uit deze landen? Kunt u het beleid en de richtlijnen hieromtrent toelichten?

5) Bestaat er bij uw diensten een lijst van haatpredikers en wordt hen desgevallend de toegang tot ons land ontzegd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, om hoeveel personen en om welke nationaliteiten gaat het?

Antwoord ontvangen op 16 april 2014 :

1) Het is aan de Veiligheid van de Staat dit op te volgen. Ik zou u voor het antwoord dan ook willen verwijzen naar mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw Turtelboom, onder wiens bevoegdheid de Veiligheid van de Staat valt en aan wie u de vragen ook gesteld heeft.

2) Vragen met betrekking tot het vervolgingsbeleid behoren tot de bevoegdheid van de minister van Justitie. Ik wens u voor deze vragen dan ook te verwijzen naar mijn collega.

3) Aangezien de cijfers voortdurend evolueren, wens ik hieromtrent geen al te gedetailleerde informatie te geven. Er zijn ongeveer 200 Belgen of Belgische inwoners in Syrië, op weg naar Syrië of terug uit Syrië.

4) Deze vragen zijn gericht aan de Veiligheid van de Staat. Ik wens u dus wederom te verwijzen naar mijn collega, de minister van Justitie.

Wel kan ik u meedelen dat ik een task force in het leven heb geroepen bestaande uit de inlichtingendiensten, de diensten van de geïntegreerde politie, de Federale Overheidsdienst (FOD) Buitenlandse Zaken, de Algemene Directie Veiligheid en Preventie, het Crisiscentrum en de betrokken zones van de lokale politie, die het fenomeen van Belgisch jongeren die naar het buitenland vertrokken zijn om daar mee te gaan vechten, bestudeert in al haar aspecten.

De terugkeer van de personen die terugkeren uit Syrië maakt het voorwerp uit van een individuele benadering geval per geval binnen een welbepaald kader, met welbepaalde procedures en een duidelijke taakverdeling.

Het geval van iedere persoon die terugkeert van de strijd in Syrië wordt aldus in binnen een “terugkeer” platform geanalyseerd, waar de volgende diensten vergaderen: de inlichtingsdiensten, de betrokken lokale politiezones, de federale politie, het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse (OCAD), het crisiscentrum, het federaal parket en de voorzitters van de Task Force Syrie.

5) Ik heb geen weet dat er een dergelijke lijst van haatpredikers zou bestaan. In het kader van het plan R (plan houdende de strijd tegen het radicalisme), werken de inlichtingen- en veiligheidsdiensten samen ten einde extreme uitspraken van personen en groeperingen te detecteren en de nodige maatregelen ten aanzien hiervan te nemen. Het is evenwel de Veiligheid van de Staat die in het kader van plan R de as predikers trekt. Ik wens u dan ook te verwijzen naar mijn collega, de minister van Justitie, mevrouw Turtelboom, indien u hier meer wenst over te vernemen.

Ik kan u wel meedelen dat voor haatpredikers die een visum nodig hebben om ons grondgebied te betreden, er reeds initiatieven werden genomen om deze personen geen visum toe te kennen. Deze maatregel is al enkele keren met succes uitgevoerd.