BELGISCHE SENAAT | ||||
________ | ||||
Zitting 2010-2011 | ||||
________ | ||||
9 mei 2011 | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2294 | ||||
de Martine Taelman (Open Vld) |
||||
aan de minister van Justitie |
||||
________ | ||||
Wetboek van strafvordering - Snelrecht - Toepassing - Categorieën van delicten | ||||
________ | ||||
strafprocedure officiële statistiek |
||||
________ | ||||
|
||||
________ | ||||
________ | ||||
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 5-2294 d.d. 9 mei 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||
Artikel 216quater van het Wetboek van strafvordering stelt dat de procureur des Konings verdachten na tien dagen al kan laten verschijnen voor de politierechtbank of de correctionele rechtbank, met een maximumtermijn van twee maanden. Daarenboven stelt de tweede paragraaf van bovenvermeld artikel dat er een vonnis dient uitgesproken te worden binnen de twee maanden. Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vraag: Hoe vaak werd artikel 216quater van het Wetboek van strafvordering in de voorbije jaren toegepast? Graag kreeg ik de cijfers per jaar, per arrondissement en indien mogelijk per categorie van delict. |