BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
9 april 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3302

de Marc Verwilghen (Open Vld)

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________
Privéklinieken - Wettelijk kader - Chirurgische ingrepen - Aantallen
________
ziekenhuis
medisch centrum
chirurgie
privé-geneeskunde
kwalitatieve analyse
ziekteverzekering
________
9/4/2009Verzending vraag
20/5/2009Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3302 d.d. 9 april 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Heden ten dage worden er steeds meer privéklinieken opgericht waar patiënten terecht kunnen voor medische en cosmetische behandelingen. Daarbij stel ik vast dat er enerzijds klinieken zijn die kosten noch moeite sparen om een veilige en hygiënische omgeving te creëren voor patiënten; en anderzijds privéklinieken die niet over een degelijke infrastructuur beschikken. Sommige centra beschikken niet eens over een adequaat uitgerust operatiekwartier maar niets weerhoudt hun ervan om risicovolle ingrepen uit te voeren. Er wordt daarbij nauwelijks of geen rekening gehouden met de veiligheid voor de patiënt. Het is duidelijk dat dergelijke centra het niveau van de gezondheidszorg sterk naar beneden halen. Daarbovenop komen de klinieken die wel de nodige voorzorgsmaatregelen nemen in een slecht daglicht.

Patiënten die kiezen voor een privékliniek, doen dit bewust, uit vrije wil en weloverwogen. Zij nemen de totale kosten van hun behandeling, verblijf en verblijfskosten voor hun eigen rekening. Het ziekenfonds komt in dit geval niet tussen. Zowel de overheid als de privésector wint hierbij.

Hierover wens ik de volgende vragen te stellen:

1)Binnen welk wettelijk kader opereren dergelijke privéklinieken die chirurgische ingrepen uitvoeren? Indien dit niet bestaand is, voorziet de wet op de ziekenhuizen van 7 augustus 1987 de mogelijkheid om dergelijke privéklinieken als “commerciële ziekenhuizen” te reglementeren? Zo ja, acht de geachte minister dit realiseerbaar?

2)Beschikt zij over relevante cijfergegevens over de aantallen privéklinieken die chirurgische ingrepen uitvoeren in Vlaanderen, Wallonië en Brussel in de jaren 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009?

Antwoord ontvangen op 20 mei 2009 :
  1. Het is onjuist te beweren dat privé-klinieken opereren buiten elk wettelijk kader. De deontologische regels, de patiëntenrechtenwetgeving, de algemene zorgvuldigheidsplicht uit het Burgerlijk Wetboek,… zijn voorbeelden van bepalingen die ook van toepassing zijn op privé-klinieken en de gezondheidswerkers die daar prestaties uitvoeren. Onder meer het recht op kwaliteitsvolle zorg uit de wet patiëntenrechten en de zorgvuldigheidsplicht uit de regels van het Burgerlijk Wetboek betreffende de aansprakelijkheid verplichten de privé-klinieken om, rekening houdend met de stand van de wetenschap en het handelen van een normaal zorgvuldige en voorzichtige arts, veilige en kwaliteitsvolle zorg aan te bieden.

    Het grote verschil tussen erkende ziekenhuizen en privé-klinieken is echter dat de erkende ziekenhuizen aan specifieke kwaliteitscriteria moeten voldoen en dat er gerichte kwaliteitscontroles worden uitgevoerd.

    De wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen is enkel van toepassing op erkende ziekenhuizen. Om deze erkenning te krijgen moet het ziekenhuis voldoen aan alle bepalingen van de wet en haar uitvoeringsbesluiten. De controle op de normen en het geven van de erkenning behoren tot de bevoegdheden van de Gemeenschappen en Gewesten.

    De ziekenhuiswetgeving steunt op drie basisprincipes die samen een logisch geheel vormen, namelijk de programmatie, de erkenning en de financiering. Dit houdt onder meer in dat ziekenhuizen die voldoen aan de erkenningsnormen daarvoor ook een financiering ontvangen. Privé-klinieken onder het toepassingsgebied brengen van de ziekenhuiswetgeving betekent automatisch dat we deze instellingen gaan financieren. Het lijkt mij weinig opportuun om elk privé-initiatief financieel te gaan ondersteunen, om nog maar te zwijgen over de budgettaire weerslag van een dergelijke maatregel. Bovendien lijkt het in het licht van de Europese regelgeving moeilijk verdedigbaar om voor bepaalde instellingen een subsidiëring te koppelen aan kwaliteitsnormen en voor andere instellingen niet.

    Er zal eerder moeten nagedacht worden over een ruimer kader van kwaliteits- en controlenormen die gelijk gelden voor de instellingen “binnen” en die “buiten” het systeem.

    Het opstellen van een dergelijke “kwaliteitswet” (met de nodige controles) zal nauw overleg met de Gemeenschappen en Gewesten vereisen. Kwaliteitscontrole is namelijk, zoals al eerder vermeld, in essentie een bevoegdheid van de Gemeenschappen en Gewesten. Maar ook de Federale overheid zou bepaalde initiatieven kunnen nemen via haar bevoegdheid in het kader van de reglementering met betrekking tot de uitoefening van de geneeskunst.

  1. De gegevens die worden geregistreerd door mijn diensten betreffen enkel de erkende ziekenhuizen. Ik beschik dan ook niet over gegevens in verband met het aantal privé-klinieken die chirurgische ingrepen uitvoeren.