BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
11 maart 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3140

de Martine Taelman (Open Vld)

aan de staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Eerste minister
________
Marktkramers - Installatie van een tachograaf - Verplichting
________
straathandel
snelheidsvoorschriften
vervoersvoorschriften
rijtijd
wegvervoer
verkeersveiligheid
verordening (EU)
________
11/3/2009Verzending vraag
31/3/2009Antwoord
________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 4-763
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3140 d.d. 11 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Het koninklijk besluit van 14 juli 2005 houdende de uitvoering van de verordening EEG nr. 3821/85 van 20 december 1985 betreffende het controleapparaat in het wegvervoer, dat de invoering van digitale tachograaf regelde is ingetrokken en vervangen door de Verordening EG nr. 561/2006 die een wijziging betreft van de vroegere rij- en rusttijdreglementering.

De verordening EG nr. 561/2006, werd naar Belgisch recht omgezet in een uitvoeringsbesluit, namelijk het koninklijk besluit van 9 april 2007 houdende uitvoering van de verordening EG nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van verordeningen EEG nr. 3821/85 en EG nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van verordening EG nr. 3820/85 van de Raad. Het is in voege sinds 11 april 2007.

De digitale tachograaf dient geïnstalleerd te worden in alle voertuigen die onder het toepassingsgebied van de Verordening EEG nr. 561/2006 inzake de rij- en rusttijden vallen. De lijst van vrijstellingen en afwijkingen is evenwel ook sinds 11 april 2007 aangepast.

Zo is het verplicht gebruik van de tachograaf ingevoerd voor marktkramers, waar vroeger geen wettelijke verplichting was. Foorkramers genieten wel van een vrijstelling. In de praktijk is er enige verwarring omtrent bovenvermelde wetgeving.

Vandaar mijn vragen naar de geachte minister :

1. In de vorige wetsbepalingen was het gebruik van de tachograaf niet verplicht voor marktkramers, deze vielen onder vrijstellingen die intussen zijn opgeheven door de aangehaalde nieuwe wetgeving. Waarom werd de verplichting om de tachograaf te gebruiken voor marktkramers wel ingevoerd en werd er voor foorkramers wel een vrijstelling voorzien krachtens artikel 6, h), van het koninklijk besluit van 9 april 2007 ?

2. Vallen marktkramers niet onder de vrijstelling voorzien in de verordening EG nr. 561/2006 voor voertuigen met maximale snelheid kleiner dan 40 km per uur ? Of onder de vrijstelling voorzien bij artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 april 2007 voor het vervoer van materiaal, apparatuur of machines door de bestuurder beroepshalve gebruikt ? Zo niet, kunnen marktkramers alsnog enige vrijstelling genieten ?

3.Op de website van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer las ik dat de invoering van de digitale tachograaf zich baseert op vier doelstellingen: de verkeersveiligheid verhogen, de arbeidsvoorwaarden van de bestuurders verbeteren, de eerlijke concurrentie bevorderen en het beheer van de ondernemingen vereenvoudigen. Het gebruik van een tachograaf brengt echter veel verplichtingen met zich mee via wettelijk bepaalde procedures. Werd de uitwerking van de nieuwe wetgeving inzake tachograaf-gebruik intussen al (positief) geëvalueerd ?

Antwoord ontvangen op 31 maart 2009 :

Ik heb de eer het geachte lid het volgende te antwoorden

1. Het koninklijk besluit van 14 juli 2005 dat de Verordening (EEG) nr. 3821/85 van 20 december 1985 over het controleapparaat in het wegvervoer uitvoert, werd sinds zijn inwerkingtreding gewijzigd door de inwerkingtreding van de Verordening (EG) nr. 561/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, tot wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 3821/85 en (EG) nr. 2135/98 van de Raad en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 3820/85 van de Raad.

Deze aanpassing is opgenomen in het koninklijk besluit van 9 april 2007 dat de voornoemde verordening (EG) nr. 561/2006 uitvoert. Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in alle lidstaten van de Europese Unie. Bijgevolg kan men haar artikelen 3 (lijst van voertuigen waarop de verordening niet van toepassing is) en 13 (lijst van voertuigen waarvoor elke lidstaat afwijkingen kan toestaan op zijn grondgebied of in onderling akkoord op het grondgebied van een andere lidstaat) niet wijzigen, wanneer men de verordening omzet in de vorm van een koninklijk besluit.

Net als de andere lidstaten moet België de bedoelde bepalingen stricto sensu toepassen, wat verklaart waarom sommige wegtransporten wel en andere niet in aanmerking komen. De vrijstellings- en afwijkingscriteria worden Europees bepaald.

2. De Europese instellingen zijn het erover eens dat men de afwijking van punt d van artikel 13 van de verordening (EG) nr. 561/2006 – of van punt d van artikel 6 van het koninklijk besluit van 9 april 2007 – als volgt moet interpreteren:

Men moet geen tachograaf gebruiken bij voertuigen of voertuigencombinaties waarvan de maximaal toegestane massa minder dan 7,5 ton bedraagt en die als kraam voor de lokale markten dienen en hiervoor speciaal zijn uitgerust, in zoverre ze zich verplaatsen binnen een straal van 50 km rond de plaats waar ze zijn ingeschreven, waarbij het adres op het inschrijvingsbewijs van het trekkend voertuig als bewijs geldt.

Men gaat ervan uit dat de door de ambulante handelaars vervoerde waren deel uitmaken van het materiaal dat zij nodig hebben om hun beroep op de plaats van bestemming uit te oefenen.

3. De eerste drie van de vier doelstellingen die u op de website van de Federale Overheidsdienst (FOD)- Mobiliteit en Vervoer hebt gevonden liggen eigenlijk aan de grondslag van verordening (EG) nr. 561/2006 tot harmonisatie van bepaalde voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer, meer bepaald de normen inzake rij- en rusttijden. Het spreekt mijns inziens voor zich dat het opleggen van maximale rijtijden en minimale rusttijden aan de bestuurders van vrachtwagens en autobussen een positieve bijdrage levert tot de verkeersveiligheid en tot de sociale positie van de betrokken chauffeurs. Doordat alle vervoerondernemingen verplicht zijn deze normen te doen respecteren door hun chauffeurs wordt bovendien de eerlijke concurrentie in de hand gewerkt.

Om deze doelstellingen zo optimaal mogelijk na te streven is het van groot belang dat de registratie van de rij- en rusttijden op een efficiënte wijze gebeurt.

Om zich te realiseren waar we vandaag de dag staan is het van belang dat u weet dat regels inzake rij- en rusttijden inmiddels al veertig jaar in voege zijn! Aanvankelijk moesten de bestuurders eigenhandig hun gegevens inzake rij- en rusttijden noteren op een papieren document. In 1985 werd een controle-apparaat, de analoge tachograaf, ingevoerd die de rij- en rusttijden registreert op een registratieblad, de zogenaamde tachograafschijf. Sinds 5 augustus 2005 zijn alle nieuwe voertuigen in België uitgerust met een digitale tachograaf. Ik kan niet ontkennen dat de invoering van de digitale tachograaf een aantal nieuwe administratieve verplichtingen heeft doen ontstaan voor de ondernemingen.

Daartegenover staan echter een aantal onschatbare voordelen :

de registratie en opslag van de gegevens is veel beter beveiligd;

de gegevens worden opgeslagen zowel op de persoonlijke bestuurderskaart van de chauffeur voor de laatste 28 dagen als in het geheugen van het apparaat zelf voor alle chauffeurs die met het voertuig hebben gereden en dit voor de laatste 365 dagen:

de geregistreerde gegevens kunnen veel sneller worden gelezen, eventueel met behulp van een outprint, veel gemakkelijker bewaard in de onderneming via de verplichte download en veel efficiënter geanalyseerd, indien gewenst door middel van de ter beschikking staande tools.

Deze voordelen gelden voor alle betrokken partijen : chauffeurs, werkgevers en controlediensten.

Op die wijze biedt de digitale tachograaf een zeer grote toegevoegde waarde tot de realisatie van de drie reeds genoemde doelstellingen. Bovendien wordt ook de vierde doelstelling bereikt doordat het loon- en arbeidstijdenbeheer in de onderneming sterk wordt vereenvoudigd.

Tot op heden is op louter Belgisch niveau nog geen officiële analyse betreffende de invoering van de digitale tachograaf uitgevoerd. Ik wil er wel op wijzen dat de Europese Commissie de invoering van de digitale tachograaf van bij de aanvang opvolgt via een door de verordening ingesteld Comité met inbreng van experten uit alle lidstaten, waaronder dus ook België. Op basis van de analyses die in dit Comité worden gemaakt, gebeurt er af en toe een bijsturing via de zogenaamde”guidelines