BELGISCHE SENAAT
________
Zitting 2008-2009
________
20 februari 2009
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3040

de Marc Verwilghen (Open Vld)

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________
Gemeenschapswachten - Niet ingevulde functies - Aantallen actieve werknemers
________
gemeenschapswacht
gemeente
strijd tegen de misdadigheid
openbare veiligheid
________
20/2/2009Verzending vraag
5/6/2009Antwoord
________
________
SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-3040 d.d. 20 februari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst Gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet wijzigde het systeem van stadswachters en vormde die om tot gemeenschapswachten.

Een gemeente kan middels een "dienst Gemeenschapswachten" veiligheids- en preventieopdrachten, gericht op het verhogen van het veiligheidsgevoel van de burgers en het voorkomen van openbare overlast en criminaliteit, organiseren. Dat is een goede zaak.

Nu vang ik via de pers signalen op dat verschillende gemeenten en steden problemen ondervinden met het invullen van die functies omdat men nog moeilijk geschikte kandidaten vindt en omdat men die job louter als een startbaan aanziet.

Hierover wens ik de volgende vragen te stellen :

1. Kan de geachte minister bevestigen dat steden of gemeenten meer en meer beslissen om niet meer gebruik te maken van gemeenschapswachten ? Zo ja, over welke aantallen gaat het ?

2. Klopt het dat steden en gemeenten daarnaast meer en meer moeilijkheden ondervinden om geschikte kandidaten te vinden om de functie van gemeenschapswacht in te vullen ? Indien ja, wat zijn volgens hem hiervan de meest belangrijke oorzaken ?

3. Hoeveel gemeenschapswachten (als opvolgers van de vroegere stadswachten) zijn er momenteel actief in ons land ? Graag had ik cijfers ontvangen voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008.

Antwoord ontvangen op 5 juni 2009 :

Ik wens het geachte lid het volgende mee te delen:

1. In het kader van diverse maatregelen ter ondersteuning van het veiligheids- en preventiebeleid in de steden en gemeenten, werden de afgelopen jaren door mijn voorgangers diverse dispositieven stadswachten (nu: gemeenschapswachten) gelanceerd.

Op basis van de gegevens waarover mijn diensten beschikken, met betrekking tot de beschikbare contingenten, kan ik het geachte lid de volgende cijfers meedelen:


2005

2006

2007

Percentage van de aangeworven personeelsleden

47 %

65 %

82 %

We zien dus een voortdurende toename van het aantal door de steden en gemeenten aangeworven stadswachten.

2. Ik ben mij ervan bewust dat in een aantal steden en gemeenten mogelijks de vacatures voor gemeenschapswachten moeilijker ingevuld worden. Dit kan onder andere geweten worden aan het statuut van sommige personeelsleden (cf. de startbaners) of de financiële impact van het systeem voor de gemeenten.Wat betreft de invulling van de vacatures van stadswachten, kan ik het geachte lid echter wel meedelen dat zich hieromtrent in het merendeel van de betrokken steden en gemeenten geen problemen stellen.

3. De wet van 15 mei 2007 inzake de gemeenschapswachten is pas in werking getreden in het jaar 2007.

Hierbij wens ik te wijzen op het feit dat de term « gemeenschapswachten » breder is dan enkel « stadswachten ». Het was immers de bedoeling van de wetgever om alle publieke niet-politionele veiligheids- en preventiefuncties te uniformiseren en onder te brengen onder de algemene benaming van « gemeenschapswacht ».

Verwijzend naar de wijziging van de wet van 15 mei 2007 via de wet van 24 juli 2008, dient ook gewezen te worden op de verlenging van de overgangsperiode voor de oprichting van de dienst gemeenschapswachten tot 9 januari 2009.

Het is momenteel dus nog te vroeg om reeds concrete cijfers te kunnen geven over het aantal actieve gemeenschapswachten voor het jaar 2008. Mijn diensten zijn momenteel bezig met een actualisering van de cijfers. Ik zal niet nalaten het geachte lid hiervan verder op de hoogte te houden.