De verhouding tussen het federale Parlement en de assemblees van gemeenschappen en gewesten



Samen de federale Staat besturen


18 februari 1970 - 14 uur - Verklaring van Eerste Minister Gaston Eyskens over de Grondwetsherziening

In 1830 was België, behalve een parlementaire monarchie met een geschreven Grondwet, ook een eenheidsstaat. De grondwetsherzieningen van 1970, 1980, 1988 en 1993 hebben ons land een federale structuur gegeven. Elke gemeenschap en elk gewest hebben daarin een eigen, rechtstreeks verkozen parlement en een eigen regering : zij maken hun eigen wetten (decreten) over een aantal specifieke materies en zorgen ook voor de uitvoering ervan.





België bestaat uit 4 taalgebieden: het Nederlandse taalgebied, het Franse taalgebied, het tweetalige gebied Brussel-hoofdstad, Het Duitse taalgebied.

België telt 3 gemeenschappen: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap. De gemeenschappen zijn onder meer bevoegd voor onderwijs, culturele (waaronder radio en tv) en persoonsgebonden aangelegenheden (zoals gezondheidszorg).


Onderwijs: een bevoegdheid van de Gemeenschappen




België telt 3 gewesten: het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels hoofdstedelijke Gewest. De gewesten zijn onder meer bevoegd voor plaatsgebonden aangelegenheden zoals economie, openbare werken en vervoer, leefmilieu en landbouw.


Openbare werken: een bevoegdheid van de Gewesten





Voedselveiligheid: een federale bevoegdheid

De restbevoegdheden (= de bevoegdheden die niet expliciet aan de gemeenschappen of de gewesten werden toegewezen) berusten op dit ogenblik bij de federale overheid. Later kunnen de restbevoegdheden worden overgedragen aan de gemeenschappen of de gewesten. Hiertoe moet een nieuw grondwetsartikel echter eerst de exclusieve bevoegdheden van de federale overheid opsommen.



De deelstaten krijgen hun eigen senatoren

Voor de Staatshervorming van 1993 werden het Vlaams Parlement, het Parlement van de Franse gemeenschap en het Waals Parlement samengesteld uit kamerleden en senatoren.

Samen met de rechtstreekse verkiezing van andere parlementsleden op federaal niveeau dan op het niveau van de gemeenschappen en gewesten werd het 'dubbelmandaat' voor het grootste deel afgeschaft. Het werd inderdaad behouden voor 21 van de 71 senatoren: 10 senatoren aangeduid door het Vlaams Parlement, 10 senatoren aangeduid door het Parlement van de Franse Gemeenschap en 1 senator aangeduid door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.

Sinds de federale parlementsverkiezingen van 2014 wordt de Senaat samengesteld uit 50 senatoren die uit de deelstaatparlementen (gemeenschappen en gewesten) komen en 10 gecoöpteerde senatoren.Voor de deelstaatsenatoren betreft het 29 senatoren aangeduid door het Vlaams Parlement, 10 senatoren aangeduid door het Parlement van de Franse Gemeenschap, 8 senatoren aangeduid door het Waals Parlement, 2 senatoren aangeduid door de Franse taalgroep in het Brussels Parlement en 1 senator aangeduid door het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap. De 10 gecoöpteerde senatoren (6 Nederlandstaligen en 4 Franstaligen) worden aangeduid op basis van de verkiezingsresultaten voor de Kamer.


Geen hiërarchie van wetten

Door de rechtstreekse verkiezing beschikken de gemeenschaps- en gewestparlementen over een eigen democratische legitimiteit.

Toch hebben de deelgebieden geen eigen grondwet. Hun statuut ligt vervat in de federale Grondwet en in wetten die meestal met een bijzondere meerderheid (*) moeten worden aangenomen.

Het betekent dat het federale Parlement beslist over de wijziging van de gemeenschaps- en geweststructuren.

Dit opmerkelijke verschil met andere federale staten is historisch te verklaren. In België hebben de deelgebieden zich namelijk vanuit de centrale staat ontwikkeld, terwijl de meeste andere federale staten gevormd zijn vanuit vroeger onafhankelijke gebieden.

De decreten van de gemeenschappen en gewesten zijn juridisch gelijkwaardig aan de federale wetten, terwijl in de meeste federale staten een duidelijke hiërarchie afgesproken is.

In België kan het federale Parlement dus nooit een decreet van een gemeenschap of een gewest herroepen.

Een decreet of een federale wet kan wel geheel of gedeeltelijk door het Grondwettelijk Hof (**) worden vernietigd, wanneer de gemeenschap, het gewest of de federale staat zijn bevoegdheid overschrijdt.

Het federale Parlement en de gemeenschaps- en gewestparlementen zijn dus wederzijds autonoom.


Beveiligingen

Om te vermijden dat deze grote autonomie tot conflicten leidt, zijn er een aantal instrumenten:

  1. de Senaat is de ontmoetingskamer tussen de federale overheid en de deelgebieden die erin vertegenwoordigd zijn door de deelstaatsenatoren"
  2. de Senaat adviseert over belangenconflicten tussen de verschillende federale geledingen
  3. samenwerkingsakkoorden (= beleidsafspraken) zijn mogelijk tussen de federale overheid, de gemeenschappen en de gewesten
  4. het Grondwettelijk Hof (**) ziet toe op de naleving van de bevoegdheidsverdeling tussen de federale geledingen en kan wetten en decreten vernietigen als de instantie haar bevoegdheid overschrijdt.

Staatshervorming

Belgisch Staatsblad van 22 augustus 2012
Belgisch Staatsblad van 31 januari 2014
De Grondwet
De nieuwe Senaat
Brochure



* Wetten met bijzondere meerderheid = voor wijzigingen aan de basiswetgeving over de staatsinrichting moet er zowel een meerderheid in elke taalgroep als tweederde van de uitgebrachte stemmen worden bereikt.

** Het Grondwettelijk Hof is exclusief bevoegd om te oordelen of de wetskrachtige normen in overeenstemming zijn met de Grondwet en de regels inzake de verdeling van de bevoegdheden van de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten.


Voor meer informatie

Senaat
Communicatiedienst
1009 Brussel
Tel.: 02/501.79.10

E-mail: [email protected]